Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Werking Van Het Toestel; Warmtelevering - Daalderop CombiPact Installatievoorschrift

Verberg thumbnails Zie ook voor CombiPact:
Inhoudsopgave

Advertenties

rookgascircuit
De rookgassen van het verbrandingsproces worden door de ventilator van boven naar
beneden tussen de ribben van de warmtewisselaar door geblazen. Hierdoor koelen de rook-
gassen sterk af en ontstaat er onder in de warmtewisselaar condens.
Gesloten uitvoering
De CombiPact is van het type 'gesloten uitvoering'. Dit betekent dat een ventilator de lucht
voor de verbranding van buitenaf aanzuigt en dat de verbrandingsgassen via brander,
warmtewisselaar en rookgasafvoer weer naar buiten geblazen worden. De gesloten uitvoering
en de speciale constructie van zowel de warmtewisselaar als de brander maken het noodza-
kelijk dat een ventilator wordt toegepast. De ventilator is dan ook een wezenlijk onderdeel van
het toestel.
Door de volledige voormenging van gas en lucht heeft de brander (13) een zeer geringe vlam-
hoogte. Dit betekent een zeer lage NOx-uitstoot, dus een milieuvriendelijke verbranding plus
een compacte constructie.

1.2 werkIng vAn heT TOesTel

Geen warmtevraag
Het toestel zal een zelftest uitvoeren bij het aansluiten op het lichtnet en herhaalt dit elke 24
uur. De cv-pomp (23) zal daarbij gedurende drie minuten draaien en de driewegklep (22) wordt
éénmaal richting woning gestuurd om te voorkomen dat hij gaat vastzitten.

Warmtelevering

Warmtevraag en warmtelevering worden door middel van het statusdisplay op de regelunit
(26) kenbaar gemaakt. Bij een warmtevraag zullen de cv-pomp (23) en ventilator (1) inge-
schakeld worden. Na het bereiken van het juiste toerental van de ventilator zal de brander
(13) ontstoken worden. Indien na vijf seconden geen vlamsignaal aanwezig is, zullen er nog
twee startpogingen volgen met inachtneming van de vijftien seconden naspoeltijd. Indien het
starten in zijn geheel niet lukt, zal het toestel vergrendelen.
Bij een vlamstoring (wegvallen van de ionisatie tijdens branden) zal het toestel een tweevou-
dige herstart uitvoeren. Als de temperatuur van het cv-water hoger wordt dan 90 °C, zal de
brander altijd gedoofd worden. Het toestel beschikt over een anti-pendeltijd van drie minuten.
Na het verstrijken van deze tijd kan de brander opnieuw ontstoken worden.
Bij woningverwarming is deze anti-pendeltijd door de installateur te wijzigen in zes minuten.
De anti- pendeltijd kan ook uitgeschakeld worden.
De cv-pomp blijft na het eindigen van de warmtevraag nog enige tijd nadraaien. De nadraaitijd
voor de woning is één minuut. Hierna zal de driewegklep richting warmwater gezet worden.
De nadraaitijd is te wijzigen.
Indien er onvoldoende cv-water doorstroming is, wordt dit waargenomen door de maximaal
thermostaat (7). Deze schakelt vervolgens uit, waarna het toestel in storing valt.
De hr-werking
In de HR-warmtewisselaar worden de verbrandingsgassen door middel van een ventilator van
boven naar beneden door de ribben van de warmtewisselaar geblazen. Zij worden dusdanig
sterk afgekoeld dat een deel van de in deze verbrandingsgassen aanwezige waterdamp con-
denseert in het onderste gedeelte van de warmtewisselaar. Hierbij komt een extra hoeveelheid
condenswarmte vrij, waardoor het rendement ver boven de 90% zal uitkomen. Het gevormde
condenswater wordt via de sifon onder aan het toestel afgevoerd naar het riool.
10
Installatievoorschrift

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Combipact 24/33

Inhoudsopgave