Van Start – Een lens bevestigen
Een lens verwijderen
•
Terwijl u op de ontgrendelknop van de lens (B) drukt, draait u de lens naar de pijl tot
de lens stopt en verwijderd kan worden.
•
Wanneer u een lens bevestigd heeft die geen communicatiefunctie met deze
camera heeft, wordt na het inschakelen van de camera een bericht weergegeven
met de vraag om de weergegeven lensinformatie te bevestigen. U kunt de
brandpuntsafstand van de lens registeren als u [Ja] selecteert. U kunt ook
selecteren uit de reeds geregistreerde informatie over de lens.
([Lensinformatie]:
•
U kunt de instellingen wijzigen zodat het bevestigingsbericht niet wordt
weergegeven:
([Bevestiging lensinfo]:
•
Breng de lens recht aan.
Door hem onder een hoek aan te brengen, kan de lensbevestiging op de camera
schade berokkend worden.
•
Controleer, nadat de lens verwijderd is, of de cameradop en de achterste
lensdop aangebracht zijn.
(B)
274)
595)
62