Camera-aanpassing – [Voorkeuze]-menu
[Fotorasterlijn]
[
] / [
] / [
Stelt het richtlijnenpatroon in dat op het opnamescherm weergegeven wordt.
Als [
] gebruikt wordt, kunt u op 3421 drukken om de positie in te stellen.
De posities kunnen met gebruik van de joystick diagonaal verplaatst worden.
•
Als [
] gebruikt wordt, kunt u [
verslepen om de positie te verplaatsen.
[Live View versterken]
[MODE1] / [MODE2] / [OFF]
[SET]
Geeft het scherm helderder weer zodat het in een omgeving met weinig licht
gemakkelijker is de onderwerpen en composities te controleren.
[MODE1]: Instelling voor weinig helderheid, prioriteit gegeven aan zachte weergave.
[MODE2]: Instelling voor veel helderheid, prioriteit gegeven aan zichtbaarheid van
het beeld.
•
U kunt de opnamemodus veranderen waarin [Live View versterken] werkt, door
[SET] te gebruiken.
•
Deze modus is niet van invloed op opgenomen beelden.
•
Ruis kan opvallender zijn op het scherm dan op het opgenomen beeld.
•
Deze functie werkt niet in de volgende gevallen:
– Als de belichting aangepast wordt (wanneer de sluiterknop bijvoorbeeld tot
halverwege ingedrukt wordt)
– Als een video opgenomen wordt
– Als [Filterinstellingen] gebruikt wordt
– Als het sluitertijdeffect van [Constant preview] weergegeven wordt
] / [OFF]
] ook op de richtlijnen op het opnamescherm
[P/A/S/M] / [M]
578