De tijdcorrectie aanpassen (Time
Correction)
U kunt [Time Correction] selecteren in het menu met
geluidsinstellingen bij stap 3. Zie "Geluidsinstellingen" (pagina 45).
Raadpleeg "Over tijdcorrectie" (pagina 49) voor u de volgende
procedures uitvoert.
Instellingsitem: Time Correction
1
Raak [ms] of [cm] aan om de modus te selecteren
voor het maken van aanpassingen.
Elke keer wanneer u deze aanraakt, zullen de knoppen op
het scherm en de correctiemodus veranderen.
ms: aanpassingstijd.
cm: Pas de luisterpositie en de afstand vanaf elke speaker aan.
2
Raak [
] of [
] aan voor elke luidspreker om de
tijd of afstand aan te passen.
0,0 ms tot 9,9 ms (0,1ms/stap)
0,0 cm tot 336,6 cm (3,4cm/stap)
Alle instelwaarden voor de luidsprekers kunnen aangepast
worden binnen een bereik van 20ms of 680cm.
3
Om de veranderde instellingswaarde op te slaan,
blijft u gedurende minstens 2 seconden [Preset1],
[Preset2] of [Preset3] aanraken.
• Raak [Flat] aan om alle waardes op 0,0 te zetten.
• Als de instelling voor de achterluidspreker ingesteld is op "Off", kan
de instelling voor de achterluidspreker niet aangepast worden (zie
pagina 46).
• Als de subwooferinstelling op "Off" staat, kan de subwooferinstelling
niet aangepast worden (zie pagina 46).
De Time Correction-waarde Oproepen
De vooraf ingestelde time correction-waarde oproepen.
Raak [Preset1], [Preset2], of [Preset3] aan op het
time correction-scherm.
De instelling opgeslagen in het Preset zal worden opgeroepen.
48
-NL
Correctiemodus
De crossover-instellingen aanpassen
(X-OVER)
U kunt [X-OVER] selecteren in het menu met geluidsinstellingen bij
stap 3. Zie "Geluidsinstellingen" (pagina 45).
Raadpleeg "Over de crossover" (pagina 51) voor u de volgende
procedures uitvoert.
Instellingsitem: X-OVER
1
Raak [Channel] aan om een kanaal te selecteren.
Elke keer wanneer u dit aanraakt, verandert het kanaal.
• Het kanaal dat u aanpast, wordt weergegeven in rood.
Front HPF
Rear HPF
2
Pas de crossover aan volgens uw voorkeur.
De grensfrequentie selecteren
Raak [
] of [ ] aan bij "Freq." en selecteer de uiterste
grensfrequentie.
Instelmogelijkheden: 20 / 25 / 31,5 / 40 / 50 / 63 / 80
(Oorspronkelijke instelling) / 100 / 125 /
160 / 200 Hz
De curve aanpassen
Raak [ ] of [ ] bij "Slope" aan om de curve van HPF of LPF
te wijzigen.
Inhoud instelling: 0 (Oorspronkelijke instelling) / 6 / 12 / 18 / 24
dB/oct
Het niveau aanpassen
Raak [
] of [
] bij "Level" aan om het niveau van HPF of
LPF te wijzigen.
Inhoud instelling: -12 tot 0 dB (Oorspronkelijke instelling: 0)
3
Herhaal stappen 1 en 2 om de andere kanalen aan te
passen.
4
Om de veranderde instellingswaarde op te slaan,
blijft u gedurende minstens 2 seconden [Preset1],
[Preset2] of [Preset3] aanraken.
• Raak [Flat] aan om alle waardes te initialiseren.
• Als de instelling voor de achterluidspreker ingesteld is op "Off", kan
de instelling voor de achterluidspreker niet aangepast worden (zie
pagina 46).
• Als de subwooferinstelling op "Off" staat, kan de subwooferinstelling
niet aangepast worden (zie pagina 46).
• Bij het aanpassen van X-OVER dient u rekening te houden met de
frequentierespons van de aangesloten luidsprekers.
De aangepaste X-OVER-waarde oproepen
De vooraf ingestelde aangepaste X-OVER-waarde oproepen.
Raak [Preset1], [Preset2], of [Preset3] aan op het
X-OVER-scherm.
De instelling opgeslagen in het Preset zal worden opgeroepen.
Subw. LPF