5. Volg uw voortgang op het display.
De matrix—Indien u de
handmatige instelling
kiest, toont de matrix
een piste dat 400 meter
vertegenwoordigt. Als u
oefent, zullen de indica-
tors rond de piste achter elkaar oplichten tot de
gehele piste verschijnt. De piste zal dan verdwijnen
en de indicators worden opnieuw achter elkaar
getoond.
De linker display—De
linker display zal
gedurende enkele sec-
onden zowel de ver-
lopen tijd [TIME], als de
hellingstand [INCLINE]
van de loopband, en het bij benadering aantal ver-
bruikte [CALS.] calorieen aangeven. Druk op de
toets van de linker Display totdat de meest gewen-
ste informatie wordt aangegeven. Let op: Indien u
een oefening kiest, zal het display de resterende
tijd in de oefening weergeven in plaats van de ver-
lopen tijd.
De rechter display—De
rechter display zal
gedurende enkele sec-
onden zowel de gelopen
afstand [DIST.] als de
snelheid [SPEED] van
de band aangeven. Druk op de toets van de
rechter DISPLAY totdat de meest gewenste infor-
matie aangegeven wordt. De display zal ook uw
hartslag weergeven wanneer u de handgreep met
polssensor of de optionele borstkas-polssensor ge-
bruikt (zie stap 6).
Om het bedieningspaneel opnieuw in te stellen,
drukt u op de stoptoets, neem de sleutel uit het be-
dieningspaneel en stop de sleutel weer terug.
6. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Let op: Indien u de Handgreep met polssensor
en de Borstkas-polssensor tegelijkertijd ge-
bruikt, zal het console uw hartslag niet
nauwkeurig weergeven. Zie pagina 22 voor infor-
matie over de borstkas-polssensor.
Voordat u de
handgrepen
met polssen-
soren gebruikt,
verwijder het
plastic laagje
van de metalen
contactpunten.
Zorg er boven-
dien ook voor
dat uw handen
schoon zijn.
Om uw hartslag te meten, gaat u op de voetleun-
ing staan en houdt u de contactpunten op de han-
dleuning vast –beweeg uw handen niet. Houd de
contactpunten ongeveer tien seconden lang
vast. Als uw hartslag wordt gedetecteerd, zal uw
hartslag worden getoond. Voor de meest
nauwkeurige hartslagwaarde, dient u de con-
tactpunten gedurende 15 seconden vast te
houden.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
De ventilator toont de hoge en lage snelheidsin-
stellingen. Druk herhaaldelijk op de Ventilatortoets
[FANS] om een ventilatorsnelheid te kiezen of zet
de ventilator uit. Let op: Als de ventilator aan staat
als de loopband is gestopt, dan zal de ventilator
automatisch na een paar minuten uitgaan.
8. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Ga op de voetkussentjes staan, druk op de Stoptoets
[STOP] en stel de hellingstand van de loopband
in de laagste positie. De helling moet op de laagste
instelling staan wanneer u de loopband opvouwt, an-
ders kunt u de loopband beschadigen. Trek vervol-
gens de sleutel uit het bedieningspaneel en bewaar
deze op een veilige plek.
Wanneer u klaar bent met het oefenen op de loop-
band, plaats de reset/off stroomonderbreker in de
"off" stand en trek het snoer uit het stopcontact. BE-
LANGRIJK: Als u dit niet doet kunnen de elek-
trische onderdelen van de loopband sneller ver-
slijten.
16
Contactpunten