De menu's gebruiken: Opnamestand
h RUISONDERDRUKKING
h
RUISONDERDRUKKING
Verminder de ruis in foto's die bij hoge gevoeligheden zijn genomen.
K
K L BEL. RO
L BEL. RO
Selecteer AAN om spikkels in lange tijdopnamen te verminderen (P 41).
j
j LENSMODLTIE OPTM.
LENSMODLTIE OPTM.
Selecteer AAN om de defi nitie te verbeteren door aan te passen voor diff ractie en het lichte verlies van scherpstelling aan de rand van
de lens.
u
u KIES INST. OP MAAT
KIES INST. OP MAAT
Opgeslagen instellingen laden met K BEW/BEW INST. OP M.
K
K BEW/BEW INST. OP M
BEW/BEW INST. OP M
Instellingen opslaan (P 68).
v
v DISP. INST. OP MAAT
DISP. INST. OP MAAT
Kies de onderdelen die worden weergegeven in de zoeker en het LCD-scherm (P 22). De volgende opties kunnen worden weer-
gegeven: rasterweergave (u kunt ook het rastertype selecteren, zoals beschreven op pagina 90), virtuele horizon, scherpstelafstand
(automatisch of handmatig), histogram, belichting (sluitertijd, diafragma en gevoeligheid), belichtingscorrectie/belichtingsindicator,
lichtmeting, fl itsstand, witbalans, fi lmsimulatie, dynamisch bereik, resterende aantal opnames, beeldformaat en -kwaliteit en batterij-
niveau. Raadpleeg pagina's 5–6 voor de locaties van deze elementen in de schermen. Druk op de selectieknop omhoog of omlaag
om de opties te markeren en druk op MENU/OK om te selecteren of de selectie ongedaan te maken. Druk op DISP/BACK om af te sluiten
wanneer de instellingen zijn voltooid en selecteer vervolgens de aangepaste weergave zoals beschreven op pagina 22.
Virtuele horizon
Virtuele horizon
Als u ELEKTR. WATERPAS
Als u
ELEKTR. WATERPAS selecteert, wordt de virtuele horizon weergegeven. De camera is recht als de
twee lijnen over elkaar liggen.
twee lijnen over elkaar liggen.
R Mogelijk kan de virtuele horizon niet worden weergegeven als de cameralens naar boven of naar
beneden wordt gericht.
76
selecteert, wordt de virtuele horizon weergegeven. De camera is recht als de
P