Continu fotograferen (seriestand)
Continu fotograferen (seriestand)
Leg beweging vast in een serie foto's.
1
Druk op de DRIVE-knop om de drive-
opties weer te geven.
2
Druk de keuzeknop omhoog of om-
laag om I te markeren en druk de
keuzeknop vervolgens naar links of
rechts om een beeldsnelheid van J
(hoog) of O (laag) te kiezen. Druk op
MENU/OK om verder te gaan wanneer
de instellingen zijn voltooid.
3
Druk de ontspanknop half in om
scherp te stellen.
SNEL
4
Druk de ontspanknop volledig in om
foto's te maken. Het fotograferen ein-
digt wanneer de ontspanknop wordt
losgelaten, het maximaal aantal foto's
is gemaakt of de geheugenkaart vol
is.
R Scherpstelling en belichting worden bepaald bij de
eerste foto in iedere serie. De fl itsers gaan automatisch
uit; de eerder geselecteerde fl itsmodus wordt weer
geselecteerd wanneer seriefotografi e wordt uitge-
schakeld. Om de scherpstelling en belichting automa-
tisch te laten variëren van frame naar frame, selecteer
O en draai de keuzeknop voor de scherpstelstand
naar C.
R De beeldsnelheid varieert met het onderwerp, de
sluitersnelheid en de scherpstelstand en kan mogelijk
vertragen als er meer foto's worden gemaakt.
R Er is mogelijk extra tijd vereist om foto's te maken
wanneer de opname eindigt.
R Als de bestandsnummering 999 bereikt voordat het
fotograferen is voltooid, worden de resterende foto's
opgeslagen in een nieuwe map (P 91).
R In sommige drivestanden kan het voorkomen dat de
opname niet begint als er onvoldoende beschikbare
ruimte is op de geheugenkaart.
57