Levelflex FMP50 FOUNDATION Fieldbus
8.
Setup → Niveau
Toont het gemeten niveau L.
9.
Setup → Afstand
Toont de afstand D tussen het referentiepunt R en het niveau L.
10. Setup → Signaalkwaliteit
Toont de signaalkwaliteit van de niveau-echo.
11. Setup → Map → Bevestig afstand
Vergelijk de getoonde afstand met de werkelijke afstand om met het registreren
van de stoorecho-onderdrukkingscurve te beginnen.
10.6
Gebruikersspecifieke applicaties
Zie de separate documentatie voor details over het instellen van de parameters voor
gebruikersspecifeke applicaties:
BA01051F (bedieningshandleiding FMP50, FOUNDATION Fieldbus)
Voor het Expert-submenu zie:
GP01015F (beschrijving van de instrumentparameters FMP5x, FOUNDATION Fieldbus)
11
Inbedrijfname (block-gebaseerde bediening)
11.1
Blockconfiguratie
11.1.1
Voorbereiding
1.
Schakel het instrument in.
2.
Let op de DEVICE_ID.
3.
Open het configuratieprogramma.
4.
Laad de Cff- en DD-bestanden in het host-systeem of het configuratieprogramma. Wees
er zeker van de juiste systeembestanden te gebruiken.
5.
Identificeer het instrument met de DEVICE_ID (zie punt 2). Ken de gewenste tagnaam
toe aan het instrument via de Pd-tag/FF_PD_TAG parameter.
11.1.2
Configuratie van het Resource Block
1.
Open het Resource Block.
2.
Schakel de vergrendeling voor instrumentbediening uit indien nodig.
3.
Verander de bloknaam indien nodig. Fabrieksinstelling: RS-xxxxxxxxxxx (RB2)
4.
Ken een beschrijving aan het blok toe indien nodig via de Tag Description/TAG_DESC
parameter.
5.
Verander eventueel andere parameters zoals gewenst.
Endress+Hauser
Inbedrijfname (block-gebaseerde bediening)
51