Figuur 19
5. Draai het contactsleuteltje naar de stand Start
(Figuur 10).
6. Trek de starthandgreep (Figuur 13) langzaam uit
totdat u weerstand voelt, daarna krachtig uittrekken.
Laat het koord langzaam terugkeren.
Motor afzetten
1. Laat de tractiehendel los.
2. Zet de rijsnelheidhendel in de neutraalstand.
3. Draai het contactsleuteltje naar de stand Stop.
De rijsnelheidhendel
gebruiken
De lijnentrekker heeft 3 versnellingen vooruit. 1 is
langzaam, 2 is gemiddeld (verfsnelheid) en 3 is snel
(transportsnelheid) en R is achteruit (Figuur 10 en
Figuur 20).
1. Rijsnelheidhendel
1. Zet de rijsnelheidshendel in de neutraalstand en stel
de parkeerrem in werking (Figuur 10).
2. Start de motor.
3. Zet de rijsnelheidshendel in de gewenste stand
(Figuur 10).
4. Schakel de parkeerrem uit.
Opmerking: U kunt de snelheid aanpassen door
de afstand tussen de tractiehendel en de handgreep
te vergroten of te verkleinen.
De verf mengen
• De lijnentrekker is uitsluitend ontworpen voor
gebruik met verf op latexbasis die in water oplosbaar
is.
• De aanbevolen verhouding tussen water en verf is
1:1 tot 10:1, afhankelijk van de kwaliteit van de verf
en het gewenste resultaat.
• Gebruik geen verf op oliebasis.
• Voor het beste resultaat mengt u de verf en water
voordat u het in de verftank giet.
• De inhoud van de verftank is ruim 45 liter.
De verftank vullen
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Zet de motor af, zet de snelheidshendel inde
neutraalstand, stel de parkeerrem in werking en
wacht tot alle bewegende delen tot stilstand zijn
gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
Opmerking: Indien gewenst mag de motor lopen
tijdens het vullen zodat de verf blijft circuleren
in de tank. De verf circuleert alleen als de
spoel-/verfhendel in de verfstand staat.
3. Zorg ervoor dat de verfbedieningshendel vrijgezet
is en dat de aftapplug van de tank (Figuur 21) is
gesloten.
16
Figuur 20
2. Parkeerrem