7.2 Olie vervangen
Olie niveau pijlen
Controleert U het olie niveau als de motor uitgeschakeld is en loodrecht staat (op de
grond).
• De oliedop/peilstok (13/2) verwijderen en schoonmaken.
• Oliepeilstok weer in oliehouder steken, zonder hem vast te draaien, en dan de
oliepeilstok weer eruit nemen om de stand af te lezen.
• Ligt het oliepeil dicht bij of onder de markering L op de oliepeilstok, dan de aanbevolen
olie (zie technische gegevens) tot het niveau H op de oliepeilstok bijvullen. Niet over
vullen!
• Oliedop/ peilstok terugplaatsen en goed vastdraaien.
AANWIJZING
Een lage olie stand kan motorschade veroorzaken. In dit geval zijn de verkoper en fabrikant
niet aansprakelijk voor garantie claims.
Motorolie vervangen
• De motorolie bij een warme motor laten weglopen. Breng de motor op handwarme
temperatuur en schakel hem dan uit.
• Vervuiling in de omgeving van de olie vul ruimte voorkomen (13/2) en daarna de olie
verwijderingbout losdraaien en verwijderen (12/2).
• Plaats een voldoende grote opvangbak onder olieverwijdering bout.
• Voor het laten weglopen van de olie de oliedop (13/2) en olie verwijdering bout (12/2)
verwijderen.
• Olie verwijderingbout (12/2) weer bevestigen en vastdraaien.
• De aanbevolen motorolie bij een horizontaal staande motor tot aan het niveau H bijvullen
(onderkant van de olie invoer opening). Olie hoeveelheid en soort zie „technische
gegevens".
• Oliedop/ peilstok (13/2) weer dichtdraaien.
LET OP
Gebruikte motorolie milieuvriendelijk afvoeren. Wij adviseren oude olie
in een afgesloten tank af te leveren bij een recycle center of een
verzamelstation. Oude olie niet in een afvalton, sloot, afvoerput of op
de grond laten weglopen.