Controleert u voor het starten van de motor en na 4 uur gebruik:
• de motorolie stand
• de brandstofhoeveelheid stand – de tank moet minstens halfvol zijn
• de toestand van het luchtfilter
• de toestand van de brandstofleidingen
• de van buitenaf zichtbare schroef/bout verbindingen. Kijk of alles goed vast zit!
6.4 Motor starten
• Brandstofkraan (5) openen door deze naar rechts te schuiven.
• In een koude toestand de chokehendel (4) naar links zetten op „CLOSE / GESLOTEN.
• In een warme toestand de chokehendel (4) naar rechts zetten op „OPEN ".
• Gashendel (9) iets naar links schuiven. Normaal gesproken doet u dit door de gashendel
aan de duwboom naar voren te duwen.
• Contactschakelaar(1) op„ON / AAN" zetten.
• Rustig aan de Trekstarter (2) trekken, tot er weerstand voelbaar is en dan krachtig aan
de trekstarter trekken en langzaam weer laten oprollen.