Beginpositie: Hiermee gaat u terug naar de beginpositie van de
camera.
Scansnelheid: Hiermee stelt u in hoe snel de camera beweegt
tijdens het scannen.
Scanbreedte: Hiermee stelt u de breedte in van het beeld dat
tijdens het scannen door de camera wordt vastgelegd.
Naam: Hiermee kunt u een nieuwe naam instellen voor de
camera.
FLIR™ menu: Hiermee krijgt u toegang tot de instellingen van
de camera.
De camera met een videobron koppelen
Mogelijk moet u de camera koppelen met een videobron.
1
Selecteer in het videoscherm Menu > Bron.
2
Selecteer de camera.
3
Selecteer Video-instellingen > Stel invoer in.
4
Selecteer de video-invoer.
De bewegingen van videocamera's aansturen
Richt de camera niet op de zon of zeer heldere objecten.
Hierdoor kan schade aan de lens optreden.
Gebruik altijd de regelaars of knoppen op de kaartplotter om de
camera te verschuiven of te kantelen. Beweeg de camera niet
met de hand. Hierdoor kan schade aan de camera optreden.
OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar als een
compatibele camera is aangesloten. Om deze functie te kunnen
gebruiken, moet de camerasoftware mogelijk worden bijgewerkt.
U kunt de bewegingen van de aangesloten videocamera's
aansturen die verschuiven, kantelen en zoomen ondersteunen.
Videocamera's bedienen met de knoppen op het scherm
Met knoppen op het scherm kunt u PTZ (Pan-Tilt-Zoom)
camera's bedienen. Raadpleeg de camerahandleiding voor een
lijst met beschikbare functies.
1
Tik in een videoscherm op het scherm.
De videoknoppen worden op het scherm weergegeven.
2
Selecteer een optie:
• Met de zoomknop kunt u in- en uitzoomen.
• Met de kompasroos kunt u de camera draaien of kantelen.
TIP: Houd de kompasroos ingedrukt om de camera te
blijven voortbewegen in de gewenste richting.
Een videocamera met gebaren bedienen
Als een videocamera in het netwerk bediening met gebaren
ondersteunt, kunt u PTZ-camera's bedienen met gebaren die u
direct op het scherm van de kaartplotter maakt. Raadpleeg de
gebruikershandleiding bij de camera voor een lijst met
beschikbare functies.
TIP: Met deze technologie is het mogelijk om de videocamera
met gebaren te bedienen zonder dat de videoknoppen worden
weergegeven.
1
Tik in een videoscherm op het scherm.
2
Selecteer een optie:
• Gebruik zoomgebaren om met de camera in en uit te
zoomen.
• Veeg over het scherm in de gewenste richting om de
camera te draaien of te kantelen.
De videoweergave configureren
OPMERKING: Niet alle opties zijn op alle camera- en
kaartplottermodellen beschikbaar.
1
Selecteer in het videoscherm Menu > Video-instellingen.
2
Selecteer een optie:
Video weergeven
LET OP
• Als u het beeld wilt weergeven met een opgerekte
beeldverhouding, selecteert u Aspect > Oprekking. Het
beeld kan niet verder worden opgerekt dan de afmetingen
die worden beschikbaar zijn op aangesloten videotoestel,
en mogelijk vult het niet het gehele scherm.
• Als u het beeld wilt weergeven met een standaard
beeldverhouding, selecteert u Aspect > Standaard.
• Als u de helderheid wilt aanpassen, selecteert u
Helderheid en vervolgens Omhoog, Achter of
Automatisch.
• Als u de kleurverzadiging wilt aanpassen, selecteert u
Verzadiging en vervolgens Omhoog, Achter of
Automatisch.
• Als u het contrast wilt aanpassen, selecteert u Contrast
en vervolgens Omhoog, Achter of Automatisch.
• Als u de kaartplotter automatisch de bronindeling wilt laten
selecteren, selecteert u Standaard > Automatisch.
Garmin VIRB
actiecamera's
®
WAARSCHUWING
Bekijk geen video's of foto's terwijl u het vaartuig bestuurt. Als u
geen aandacht geeft aan de omstandigheden op het water, kan
dit resulteren in schade aan vaartuigen, lichamelijk letsel of
overlijden.
U kunt de meeste VIRB actiecamera's via het cameramenu
verbinden met de kaartplotter
aansluiten, pagina
54).
U verbindt de VIRB 360 camera via de VIRB app
actiecamera aansluiten, pagina
In deze handleiding verwijst de term "VIRB actiecamera" naar
alle modellen behalve in de instructies voor het verbinden. In dat
geval, zoals hierboven aangegeven, verwijst de term "VIRB 360
camera" alleen naar het 360 model.
Een VIRB 360 actiecamera aansluiten
U sluit een VIRB 360 actiecamera op de kaartplotter aan met
behulp van de VIRB app. Als u een VIRB camera aansluit, moet
u verbinding maken via de camera-instellingen
actiecamera aansluiten, pagina
1
Stel het Wi‑Fi netwerk van de kaartplotter in
draadloos netwerk instellen, pagina
2
Download de GarminVIRB app op uw mobiele toestel.
3
Houd op de VIRB 360 camera Wi-Fi twee seconden
ingedrukt om de Wi‑Fi technologie in te schakelen.
4
Als u een mobiel Apple
®
mobiele toestel naar de Wi‑Fi instellingen. U kunt daar
verbinding maken met het toegangspunt van de camera met
behulp van de naam en het wachtwoord die op het
camerascherm worden getoond.
5
Start de GarminVIRB app op uw mobiele toestel.
De app zoekt naar uw camera.
6
Als u een mobiel toestel met Android
wachtwoord voor het cameratoegangspunt in wanneer
daarom wordt gevraagd.
TIP: De naam en het wachtwoord van het toegangspunt
worden op het camerascherm getoond.
De app maakt verbinding met uw camera.
7
Selecteer in de GarminVIRB app
Er verschijnt een lijst met Wi‑Fi toegangspunten in de buurt.
8
Selecteer het Wi‑Fi netwerk van de kaartplotter en voer het
wachtwoord van het netwerk in.
De app en camera maken verbinding met het Wi‑Fi netwerk
van de kaartplotter.
U kunt de camera nu bedienen met de kaartplotter.
(Een VIRB actiecamera
(Een VIRB 360
53).
(Een VIRB
54).
(Het Wi
6).
toestel gebruikt, gaat u op het
gebruikt, voert u het
™
> Wi-Fi-verbindingen.
‑ Fi
53