geprojecteerde koers die zijn geconfigureerd voor één
radarmodus, gelden voor elke andere radarmodus en voor de
radaroverlay.
1
Selecteer op een radarscherm of de radaroverlay Menu >
Overige schepen > AIS.
2
Selecteer een optie:
• Selecteer Weergavebereik en geef de afstand op ten
opzichte van uw locatie waarbinnen AIS-schepen
zichtbaar moeten zijn.
• Selecteer Details > Toon om gegevens weer te geven
over de schepen waarvoor AIS is geactiveerd.
• Selecteer Geproject. krs om de tijd van de
geprojecteerde koers voor schepen met AIS in te stellen
en voer de tijd in.
• Selecteer Sporen om de sporen van schepen met AIS
weer te geven en selecteer de lengte van het spoor dat
moet worden weergegeven.
VRM en EBL
De VRM (variabele afstandsring) en de EBL (elektronische
peillijn) meten de afstand en peiling van uw schip tot een
doelobject. De VRM wordt op het radarscherm als een cirkel
rond de huidige positie van uw schip weergegeven en de EBL is
een lijn die op de huidige positie van uw schip begint en de VRM
snijdt. Het snijpunt is het doel van de VRM en de EBL.
De VRM en de EBL tonen en aanpassen
U kunt de diameter van de VRM en de hoek van de EBL
aanpassen, waardoor het snijpunt van de VRM en de EBL wordt
verplaatst. De voor één modus geconfigureerde VRM en EBL
worden toegepast op alle andere radarmodi.
1
Selecteer in een radarscherm Menu > Radaropties > VRM/
EBL.
2
Selecteer de pijlen op de VRM/EBL-knop om de VRM/EBL
aan te passen.
3
Selecteer een nieuwe locatie voor het snijpunt van de VRM
en de EBL
4
Selecteer OK
Het bereik en de peiling tot een doelobject meten
Voordat u de VRM en de EBL kunt aanpassen, moet u deze
eerst weergeven op het radarscherm
en aanpassen, pagina
36).
1
Selecteer op een radarscherm de doellocatie.
2
Selecteer Meet.
Het bereik en de peiling voor de doellocatie staan linksboven
op het scherm.
Echosporen
Met de functie Echosporen kunt u de beweging van schepen op
het radarscherm volgen. Wanneer een schip zich verplaatst, ziet
u een zwak spoor
van het kielzog. U kunt aanpassen hoe
lang het spoor op het scherm wordt weergegeven.
OPMERKING: Afhankelijk van het type radar dat u gebruikt,
kunnen de instellingen voor een bepaalde radarmodus ook
worden gebruikt voor andere radarmodi of de radaroverlay.
36
(De VRM en de EBL tonen
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar op xHD open
array of HD/HD+ radome modellen.
Echosporen inschakelen
Selecteer in een radarscherm Menu > Radaropties >
Echosporen > Scherm.
De lengte van echosporen aanpassen
1
Selecteer in een radarscherm of de radaroverlay Menu >
Radaropties > Echosporen > Tijd.
2
Selecteer de lengte van het spoor.
De echosporen wissen
U kunt de echosporen op het radarscherm wissen om de
schermweergave overzichtelijker te maken.
Selecteer in een radarscherm Menu > Radaropties >
Echosporen > Wis sporen.
Het radarbeeld optimaliseren
U kunt de instellingen voor het radarbeeld aanpassen als u
minder ruis en een grotere nauwkeurigheid wilt.
OPMERKING: U kunt het radarbeeld voor iedere radarmodus
optimaliseren.
1
Selecteer een radarbereik
pagina
34).
2
Herstel de standaardwaarde van de ingestelde versterking
(De versterking op het radarscherm automatisch aanpassen,
pagina
36).
3
Pas de instelling voor de versterking handmatig aan
versterking op het radarscherm handmatig aanpassen,
pagina
36).
Radarversterking en -storing
De versterking op het radarscherm automatisch aanpassen
De automatische versterkingsinstelling voor de radarmodi is
specifiek op elke radarmodus afgestemd en kan verschillen van
de automatische versterkingsinstelling voor een andere modus.
OPMERKING: Het ligt aan het type radar dat u gebruikt, of de
instelling voor de versterking die voor één radarmodus wordt
geconfigureerd, wel of niet voor de andere radarmodi of de
radaroverlay geldt.
OPMERKING: Niet alle opties zijn beschikbaar op alle
radarmodellen.
1
Selecteer op een radarscherm of de radaroverlay Menu >
Versterking.
2
Selecteer een optie:
• Selecteer Auto laag of Auto hoog om de versterking
automatisch aan te passen aan veranderende
omstandigheden.
• Selecteer Auto vogel om de versterking automatisch aan
te passen om vogels boven het wateroppervlak weer te
geven.
OPMERKING: Deze optie is niet beschikbaar op xHD
open array of HD/HD+ radome modellen.
De versterking op het radarscherm handmatig aanpassen
Voor optimale radarprestaties kunt u de versterking handmatig
aanpassen.
OPMERKING: Het ligt aan het type radar dat u gebruikt, of de
instelling voor de versterking die voor één radarmodus wordt
geconfigureerd, wel of niet voor de andere radarmodi of de
radaroverlay geldt.
1
Selecteer op een radarscherm of de radaroverlay Menu >
Versterking.
2
Selecteer Omhoog om de versterking te verhogen totdat er
lichtpuntjes op het radarscherm verschijnen.
(Het radarbereik aanpassen,
(De
Radar