Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Sonaralarmen; Geavanceerde Sonarinstellingen; Traditioneel, Garmin Clearvü En Sidevü Transducerinstallatie-Instellingen; Echoloodfrequenties - Garmin GPSMAP 8600 Series Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor GPSMAP 8600 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Echo-oprekking: Hiermee kunt u de grootte van echo's op het
scherm wijzigen, waardoor het gemakkelijker wordt om
afzonderlijke echo's op het scherm te zien.
Wanneer objecten moeilijk zijn te onderscheiden
met echo-oprekking de doelen duidelijker zichtbaar maken op
het scherm. Als de echo-oprekkingswaarde te hoog is, vallen
de doelen samen. Als de waarde te laag is
klein en kunt u ze moeilijker onderscheiden.
U kunt echo-oprekking en filterbreedte samen gebruiken om
de beste combinatie van resolutie en ruisonderdrukking te
bereiken. Als u echo-oprekking en filterbreedte laag instelt,
heeft het beeld de hoogste resolutie, maar is het ook het
gevoeligst voor ruis. Als u echo-oprekking hoog en
filterbreedte laag instelt, heeft het beeld een lagere resolutie,
maar grotere objecten. Als u echo-oprekking en filterbreedte
hoog instelt, heeft het beeld de laagste resolutie, maar is het
ook het minst gevoelig voor ruis. Het wordt niet aangeraden
om echo-oprekking laag en filterbreedte hoog in te stellen.
Overlaygegevens: Hiermee kunt u de gegevens instellen die op
het sonarscherm worden weergegeven.

Sonaralarmen

OPMERKING: Niet alle opties zijn beschikbaar op alle
transducers.
Selecteer in een geschikte sonarweergave Menu >
Echoloodinstelling > Alarmen.
U kunt de sonaralarmen ook openen door Instellingen >
Alarmen > Echolood te selecteren.
Ondiep water: Hiermee stelt u een alarm in dat afgaat als de
diepte onder de opgegeven waarde komt.
Diep water: Hiermee stelt u een alarm in dat afgaat als de
diepte boven de opgegeven waarde komt.
FrontVü alarm: Hiermee stelt u een alarm in dat afgaat als de
diepte aan de voorkant van het vaartuig minder is dan de
gespecificeerde waarde. U voorkomt zo dat u strandt
FrontVü dieptealarm instellen, pagina
alleen beschikbaar met Panoptix FrontVü transducers.
Watertemperatuur: Hiermee stelt u een alarm in dat afgaat als
de transducer een temperatuur doorgeeft die 2°F (1,1°C)
hoger of lager is dan de opgegeven temperatuur.
Contour: Hiermee kunt u opgeven dat er een alarm moet
afgaan als het toestel een zwevend doel detecteert in de
opgegeven diepte vanaf het wateroppervlak en vanaf de
bodem.
Vis: Hiermee kunt u een geluidsalarm instellen voor als het
toestel een zwevend doel detecteert.
laat het alarm afgaan wanneer vissen van elke
grootte worden gedetecteerd.
laat het alarm alleen afgaan wanneer middelgrote of
grote vissen worden gedetecteerd.
laat het alarm alleen afgaan wanneer grote vissen
worden gedetecteerd.

Geavanceerde sonarinstellingen

Selecteer in een Traditioneel sonarscherm Menu >
Echoloodinstelling > Geavanceerd.
30
, kunt u
, zijn de doelen
(Het
32). Dit alarm is
Shift: Hiermee stelt u het dieptebereik voor de sonar in. Op
deze manier kunt u met een hogere resolutie inzoomen op de
geselecteerde diepte.
Als u shift gebruikt, werkt Bodem volgen mogelijk niet correct,
omdat de sonar naar gegevens zoekt binnen het dieptebereik
van het geselecteerde gebied, dat mogelijk niet tot de bodem
is ingesteld. Het gebruik van shift kan invloed hebben op de
schuifsnelheid, omdat gegevens buiten het dieptebereik van
het geselecteerde gebied niet worden verwerkt. Hierdoor is
minder tijd benodigd voor het vervangen en verwerken van
de gegevens. U kunt inzoomen op het geselecteerde gebied,
zodat u de resultaten beter en met een hogere resolutie kunt
evalueren dan met alleen inzoomen mogelijk is.
Bodemzoeklimiet: Beperkt het zoeken naar de bodem tot de
geselecteerde diepte als de instelling Bereik is ingesteld op
Automatisch. Om de tijd die nodig is om de bodem te vinden
te minimaliseren, kunt u een diepte selecteren om het zoeken
naar de bodem te beperken. Het toestel zoekt niet dieper dan
de geselecteerde diepte.
Traditioneel, Garmin ClearVü en SideVü transducerin-
stallatie-instellingen
Selecteer in een Traditioneel, Garmin ClearVü of SideVü
echoloodscherm Menu > Echoloodinstelling > Installatie.
Zendsnelheid: Stelt de tijdsduur tussen echoloodsignalen in.
Als u de zendsnelheid verhoogt, wordt de schuifsnelheid
verhoogd, maar dit kan ook zelfinterferentie veroorzaken.
Als u de zendsnelheid verlaagt, wordt tijdsduur tussen
opeenvolgende pulsen vergroot, wat zelfinterferentie kan
oplossen. Deze optie is alleen beschikbaar voor de
Traditioneel echoloodweergave.
Zendvermogen: Hiermee kunt u de echo van de transducer
nabij het oppervlak verminderen. Een lager zendvermogen
vermindert de echo van de transducer, maar kan ook de
sterkte van de echosignalen verlagen. Deze optie is alleen
beschikbaar voor de Traditioneel echoloodweergave.
Filterbreedte: Hiermee kunt u de randen van het doel
definiëren. Een korter filter verscherpt de randen van doelen,
maar geeft mogelijk meer ruis. Een langer filter verzacht de
randen van doelen en vermindert mogelijk ook de ruis. Deze
optie is alleen beschikbaar voor de Traditioneel
echoloodweergave.
L/R spiegelen: Wijzigt de SideVü weergave-oriëntatie van links
naar rechts. Deze optie is alleen beschikbaar voor de SideVü
echoloodweergave.
Herstel sonarstandaarden: Hiermee herstelt u de
echoloodinstellingen naar de fabrieksinstellingen.
Transducerdiagnose: Hiermee kunt u gegevens over de
transducer weergeven.

Echoloodfrequenties

OPMERKING: De beschikbare frequenties zijn afhankelijk van
de gebruikte kaartplotter, echoloodmodules en transducer.
Door de frequentie in te stellen, past u het echolood aan voor
uw specifieke doel en de aanwezige waterdiepte.
Hogere frequenties maken gebruik van smallere bundels en zijn
daarom beter voor snelle weergave en bij een ruwe zee. De
weergave van bodem en thermoclines (inversielagen) kan beter
zijn wanneer u een hogere frequentie gebruikt.
Lagere frequenties maken gebruik van bredere bundels, die de
visser meer doelen laten zien, maar kunnen ook meer
oppervlakteruis genereren en de continuïteit van bodemsignalen
verslechteren bij een ruwe zee. Bredere bundels genereren
grotere visbogen, waardoor ze ideaal zijn voor het opsporen van
vis. Bredere bundels werken ook beter in diep water, omdat de
lagere frequentie beter doordringt in diep water.
Met CHIRP frequenties kunt u elke puls een reeks frequenties
laten doorlopen voor een betere scheiding van doelen in diep
Viszoeker met echolood

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Gpsmap 8400 series

Inhoudsopgave