4.4 Temperatuur en instelstanden
Bij de verwarmingsmethoden en functies zijn er ver-
schillende instellingen.
De instellingen verschijnen op het display.
Tot 100 °C kan de temperatuur in stappen van 1 graad
worden ingesteld, daarboven in stappen van 5 graden.
Opmerking: Bij de instelling grillstand 3 verlaagt het
apparaat na ca. 20 minuten op grillstand 1.
Opwarmindicatie
Het apparaat geeft aan wanneer het opwarmt.
Wanneer het apparaat verwarmt, wordt op het display
het symbool voor de temperatuurindicatie gevuld.
Wanneer u voorverwarmt, is het optimale tijdstip voor
het plaatsen van het gerecht bereikt zodra het symbool
helemaal gevuld is.
Restwarmte-indicatie
Als u het apparaat uitschakelt, geeft het symbool op
het display de restwarmte in de binnenruimte weer.
Hoe verder de temperatuur in de binnenruimte daalt,
hoe minder het symbool gevuld is.
Opmerkingen
¡ De opwarmingsindicatie wordt alleen gevuld bij ver-
warmingsmethoden waarbij een temperatuur wordt
ingesteld. Bij grillstanden bijv. is de opwarmingsindi-
catie onmiddellijk gevuld.
¡ Wanneer bij de start van de werking de temperatuur
in de binnenruimte te hoog is, verschijnt bij enkele
verwarmingsmethoden een
kel het apparaat uit en laat het afkoelen. Daarna de
werking opnieuw starten.
¡ Door thermische traagheid kan de weergegeven
temperatuur een beetje afwijken van de werkelijke
temperatuur in de binnenruimte.
4.5 Kookplaat
Bij de kookplaat hoort een afzonderlijke gebruiksaan-
wijzing. Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig voor
een veilige en correcte bediening.
U vindt hierin belangrijke informatie over de veiligheid,
een handleiding voor het instellen en informatie over
onderhoud en reiniging van de kookplaat.
5 Accessoires
Gebruik alleen originele accessoires. Deze zijn op het
apparaat afgestemd.
Opmerking: Wanneer de accessoires heet worden,
kunnen deze vervormen. De vervorming heeft geen in-
vloed op de werking. De vervorming verdwijnt weer na-
dat de accessoires zijn afgekoeld.
De meegeleverde accessoires kunnen variëren, afhan-
kelijk van het type apparaat.
op het display. Scha-
4.6 Binnenruimte
Functies voor de binnenruimte vergemakkelijken het
gebruik van uw apparaat.
Rekjes
U kunt accessoires op verschillende hoogtes in de rek-
jes in de binnenruimte plaatsen.
→ "Accessoires", Pagina 9
Uw apparaat heeft 5 inschuifhoogtes. De inschuifhoog-
tes worden van beneden naar boven geteld.
De accessoires kunt u, bijvoorbeeld om te reinigen,
verwijderen.
→ "Rekjes", Pagina 21
Verlichting
De ovenlamp verlicht de binnenruimte.
Bij de meeste verwarmingsmethoden en functies is de
verlichting aan als het programma loopt. Bij het beëin-
digen van de werking schakelt de verlichting uit.
Met de toets Ovenlamp kunt u de verlichting zonder
verwarming inschakelen.
Koelventilator
De koelventilator schakelt afhankelijk van de tempera-
tuur van het apparaat in en uit. De warme lucht ont-
snapt via de deur.
LET OP!
De ventilatiesleuven boven de deur van het apparaat
niet afdekken. Het apparaat raakt oververhit.
Ventilatiesleuven vrijhouden.
▶
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat het
apparaat na gebruik sneller afkoelt.
Apparaatdeur
Wanneer u de apparaatdeur opent tijdens het gebruik,
wordt de werking voortgezet.
Accessoires nl
9