[Brandp.afst. instellen]
Als lenzen gebruikt worden die geen functie voor communicatie met deze
camera hebben, stel de brandpuntafstand die op de lens gegraveerd staat
dan handmatig in.
Er kunnen tot drie brandpuntafstanden geregistreerd worden.
De geregistreerde instellingen van een brandpuntafstand kunnen
opgeroepen worden.
Brandpuntaf
stand
invoeren A
Registreren
en oproepen
B
Voer de brandpuntafstand in.
21: Selecteer
34: Selecteer een numerieke
waarde.
of
: Bevestig
Er kan 0,1 mm tot 1000,0 mm
0
ingesteld worden.
Registreer de ingevoerde
brandpuntafstand.
Roep de geregistreerde
brandpuntafstand op.
21: Selecteer
[DISP.]: Registreer de ingevoerde
brandpuntafstand.
of
: Roep de
geregistreerde brandpuntafstand
op.
6. Aandrijving/Sluiter/Stabilisatie
183