[Tracking]
Als de focusmodus op [AFC] gezet is, volgt de AF Area de beweging van
het onderwerp, terwijl de scherpstelling gehandhaafd blijft.
Tracking starten.
Richt de AF Area rondom het onderwerp
≥
en druk de ontspanner tot halverwege in.
De camera zal het onderwerp volgen
terwijl de ontspanknop tot halverwege of
volledig ingedrukt wordt.
Als tracking mislukt, zal het AF Area rood knipperen.
0
Bij de instelling [AFS] ligt de focus op de AF-gebiedspositie. Tracking zal niet
0
werken.
Wanneer in de [
0
opgenomen wordt met [6K/4K-burst (S/S)], zal de tracking zelfs doorgaan als
de sluiterknop losgelaten wordt.
Druk om tracking te annuleren op
Tracking is ook beschikbaar met [AFS].
Zet [Meetfunctie] op [
0
belichting.
In de volgende gevallen werkt [
0
– [Zwart-wit]/[L.Zwart-wit]/[L.Zwart-wit D]/[Zwart-wit(HLG)] ([Fotostijl])
– [Sepia]/[Zwart-wit]/[Dynamisch zwart/wit]/[Ruw zwart-wit]/[Zacht zwart-wit]/
[Zachte focus]/[Sterfilter]/[Zonneschijn] ([Filterinstellingen])
]/[S&Q] modus een video opgenomen wordt, en
] om ook verder te gaan met het aanpassen van de
] als [Ø]:
of
, of raak [
5. Focus/Zoom
] aan.
105