6. Focus/Zoom
[AF ON]-knop
U kunt AF ook activeren door op [AF ON] te
drukken.
Onderwerpen en opname-omstandigheden die het scherp stellen met de
AF mode moeilijk maken
– Snel bewegende onderwerpen
– Extreem heldere onderwerpen
– Onderwerpen zonder contrast
– Onderwerpen die achter glas opgenomen zijn
– Onderwerpen vlakbij glanzende objecten
– Onderwerpen op zeer donkere plaatsen
– Als onderwerpen zowel ver als dichtbij opgenomen worden
Als met [AFC] opgenomen wordt en u de zoom van het groothoek-uiteinde
0
naar het telefoto-uiteinde beweegt, of de afstand tot het onderwerp plotseling
verkleint, dan kan het even duren voordat de scherpstelling bereikt wordt.
Als de zoom gebruikt wordt nadat scherp gesteld is, kan de scherpstelling
0
verkeerd zijn. Pas de scherpstelling in dat geval opnieuw aan.
Het volume van de AF-toon en het geluid kunnen gewijzigd worden.
0
[
]
[
De positie van de AF Area vergroten ([Vergroting AF-punt])
Dit vergroot de focuspositie als de AF-modus op [
is. (In andere AF-modussen wordt het midden van het scherm vergroot.)
Dit vergroot het onderwerp en stelt u in staat de scherpstelling te controleren
en het vergrote onderwerp te observeren als met een telefoto-lens.
Gebruik voor de bediening de Fn-knop waarop [Vergroting AF-punt] geregistreerd is.
0
In de standaardinstellingen is dit geregistreerd op [Fn1].
Raadpleeg voor informatie over de Fn-knop pagina 278.
94
]
[Toon]
[AF-Piep Volume]/[AF-Pieptoon] (l 354)
], [
] of [
] gezet