8. Meting/Belichting/ISO-gevoeligheid
Kenmerken van de velddiepte
Lensopeningwaarde
Brandpuntafstand van
¢1
Afstand tot onderwerp
Velddiepte
(Zone met scherpe
scherpstelling)
¢1 Opnameomstandigheden
De effecten van de ingestelde lensopeningwaarde en sluitertijd zullen niet op
0
het opnamescherm zichtbaar zijn.
Gebruik [Voorvertoning] om de effecten op het opnamescherm te controleren.
(l 188)
De helderheid van het opnamescherm en van de op dat moment opgenomen
0
beelden kan verschillend zijn.
Controleer de beelden op het afspeelscherm.
Als u een lens gebruikt die een ring voor de lensopening heeft, zet de positie
0
van deze ring dan op iets anders dan [A] om de diafragmawaarde van de lens
te gebruiken.
U kunt de bediening van de draaiknop aanpassen aan uw voorkeur:
0
[
]
[
Het opnamescherm kan een belichtingsmeter weergeven die het verband
0
tussen de diafragmawaarde en de sluitertijd aangeeft:
[
]
[
182
lens
Voorbeeld: Als u een
beeld met een
onscherpe achtergrond
wilt opnemen.
]
[Instellingen wieltje]
]
[Lichtmeter] (l 344)
Klein
Tele
Dichtbij
Ondiep (smal)
[Draairichting (F/SS)] (l 336)
Groot
Breed
Verder weg
Diep (breed)
Voorbeeld: Als u een
beeld wilt opnemen dat
zo ver als de achtergrond
scherp gesteld is.