15. Wi-Fi/Bluetooth
Beelden uit de camera verzenden
Bedien de camera om de opgenomen beelden naar een apparaat te
zenden dat verbonden is via Wi-Fi.
Bedieningsvolgorde
Selecteer de verzendingsmethode.
Gebruik het cameramenu om de verzendingsmethode
1
te selecteren, namelijk [Afbeeldingen versturen
tijdens opname] of [Afbeeldingen versturen van
camera].
Selecteer de bestemming (type
doelapparaat).
– [Smartphone] (l 399)
2
– [PC] (l 402)
– [Cloud-synchr. service] (l 410)
– [Webservice] (l 407)
– [Printer] (l 405)
Selecteer de verbindingsmethode en
maak vervolgens verbinding via Wi-Fi.
3
– [Via netwerk] (l 412)
– [Direct] (l 416)
Controleer de verzendingsinstellingen.
4
Verander de verzendingsinstellingen als dat nodig is.
– Instellingen voor het verzenden van beelden
(l 419)
[Afbeeldingen versturen tijdens
Maak foto's.
5
Dit verzendt de opgenomen foto's
automatisch als ze genomen zijn.
396
opname]
[Afbeeldingen versturen van
camera]
Selecteer een of meer
beelden.
Verzendt de geselecteerde beelden.
– Beelden selecteren (l 420)