[Brandp.afst. instellen]
Als lenzen gebruikt worden die geen functie voor communicatie met deze
camera hebben, stel de brandpuntafstand die op de lens gegraveerd staat
dan handmatig in.
Er kunnen tot drie brandpuntafstanden geregistreerd worden.
De geregistreerde instellingen van een brandpuntafstand kunnen
opgeroepen worden.
Voer de brandpuntafstand in.
21: Selecteer
Brandpuntaf
34: Selecteer een numerieke
stand
waarde.
invoeren A
0
Registreer de ingevoerde
brandpuntafstand.
Roep de geregistreerde
brandpuntafstand op.
Registreren
21: Selecteer
en oproepen
[DISP.]: Registreer de ingevoerde
B
brandpuntafstand.
geregistreerde brandpuntafstand
op.
of
: Bevestig
Er kan 0,1 mm tot 1000 mm
ingesteld worden.
of
: Roep de
7. Aandrijving/Sluiter
177