De afzender ontvangt een bezettoon
Er is een telefoon aangesloten op het apparaat
●
Controleer of de telefoon in niet gebruik is.
●
Wijzig de optie
a.
Raak in het beginscherm de knop Instellingen
b.
Open het menu Faxinstellingen.
c.
Open het menu Basisinstell..
d.
Open het menu Antwoordmodus.
e.
Selecteer de instelling die overeenkomt met de apparaatinstelling.
Stel de optie
Fax/Tel
leidt de oproep naar het bewuste apparaat.
Er wordt gebruikgemaakt van een telefoonlijnsplitter
●
Wanneer u gebruikmaakt van een telefoonlijnsplitter, dient u deze te verwijderen en de telefoon in te
stellen als een gewone telefoon.
●
Controleer of de telefoon in niet gebruik is.
●
Controleer of de telefoon tijdens het faxen wordt gebruikt om te bellen.
Geen belsignaal
●
Wanneer u gebruikmaakt van een telefoonlijnsplitter, dient u deze te verwijderen en de telefoon in te
stellen als een gewone telefoon.
Er kunnen geen faxen worden verzonden of ontvangen via een PBX-lijn
●
Wanneer u gebruikmaakt van een PBX-telefoonlijn, dient u contact op te nemen met uw PBX-beheerder
om een analoge faxlijn voor uw apparaat te configureren.
Algemene faxproblemen oplossen
●
Faxberichten worden langzaam verstuurd
●
De faxkwaliteit is matig
●
De fax wordt afgekapt of wordt op twee pagina's afgedrukt
Faxberichten worden langzaam verstuurd
Het apparaat heeft last van een telefoonlijnverbinding van slechte kwaliteit.
●
Probeer de fax opnieuw te versturen wanneer de telefoonlijnverbinding is verbeterd.
●
Ga bij de provider van de telefoondienst na of de lijn faxverkeer ondersteunt.
●
Schakel de instelling
122 Hoofdstuk 6 Fax
Antwoordmodus
zodat de instelling overeenkomt met de apparaatinstellingen.
Antwoordmodus
in op
detecteert automatisch of de inkomende transmissie een fax of een telefoongesprek is en
Foutcorrectie
uit.
aan.
Fax/Tel
om faxen automatisch te ontvangen. De instelling
NLWW