11
|
Inbedrijfstelling
11.5 Proefdraaien
11.6 De buitenunit starten
Uitgebreide handleiding voor de installateur
56
INFORMATIE
Als er zich tijdens de inbedrijfstelling een storing voordoet, zie de servicehandleiding
voor de gedetailleerde richtlijnen voor het opsporen en oplossen van problemen.
Vereiste: De gegevens van de voeding MOETEN binnen het opgegeven bereik
vallen.
Vereiste: Proefdraaien is mogelijk in de stand koelen of verwarmen.
Vereiste: Proefdraaien moet worden uitgevoerd volgens de instructies in de
gebruiksaanwijzing van de binnenunit om zeker te zijn dat alle functies en
onderdelen goed werken.
1 In de koelstand, selecteer de laagst programmeerbare temperatuur. In de
verwarmingsstand, selecteer de hoogst programmeerbare temperatuur.
Indien nodig kan proefdraaien worden gedeactiveerd.
2 Stel de temperatuur op normaal niveau in wanneer het proefdraaien
beëindigd is. In de koelstand: 26~28°C, in de verwarmingsstand: 20~24°C.
3 Het systeem stopt 3 minuten na het uitschakelen van de unit.
INFORMATIE
▪
De unit verbruikt ook nog stroom wanneer ze uitgeschakeld is.
▪
Wanneer de stroom wordt hersteld na een stroompanne, werkt de unit verder in
de eerder geselecteerde stand.
Zie de installatiehandleiding van de binnenunit voor meer informatie over de
configuratie en inbedrijfstelling van het systeem.
RXTJ-A_RXTA-C_RXTM-A_RXTP-A
R32 Split-reeks
4P728168-1 – 2023.03