8
|
Koelmiddel vullen
8.7 Verbindingen van koelmiddelleidingen controleren op lekkage na
het vullen van koelmiddel
8.8 Het label voor gefluoreerde broeikasgassen aanbrengen
Uitgebreide handleiding voor de installateur
46
OPMERKING
Vul NIET meer koelmiddel bij dan voorgeschreven om te voorkomen dat de
compressor defect geraakt.
Vereiste: Controleer of de koelmiddelleiding is aangesloten en gecontroleerd
(lektest en vacuümdrogen) alvorens koelmiddel bij te vullen.
1 Sluit de koelmiddelfles aan op de servicepoort.
2 Vul de nodige hoeveelheid koelmiddel bij.
3 Open de gasafsluiter.
Indien het koelmiddel moet worden weggepompt (wanneer het systeem
gedemonteerd of verplaatst moet worden), zie "15.2 Afpompen" [
informatie.
1 Voer de lektesten uit; zie
2 Vul met koelmiddel.
3 Controleer op koelmiddellekken na het vullen (zie hieronder).
Dichtheidstest van lokaal gemaakte koelmiddelverbindingen binnen
1 Gebruik een lektestmethode met een minimum gevoeligheid van 5 g
koelmiddel/jaar. Testlekken met een druk van minstens 0,25 keer de
maximale bedrijfsdruk (zie "PS High" op het naamplaatje van de unit).
Wanneer een lek is gedetecteerd
1 Tap het koelmiddel af, repareer de verbinding en herhaal de test.
1 Vul het label als volgt in:
Contains fluorinated greenhouse gases
RXXX
f
GWP: XXX
2
1
+
1
GWP × kg
1000
a Als bij de unit een meertalig label voor gefluoreerde broeikasgassen is geleverd (zie
accessoires), neemt u de gewenste taal en kleeft u ze op a.
b Koelmiddelvulling af fabriek: zie naamplaatje van de unit
c Bijgevulde hoeveelheid koelmiddel
d Totale hoeveelheid koelmiddel
e Hoeveelheid gefluoreerde broeikasgassen van de totale koelmiddelvulling
uitgedrukt in ton CO
f GWP = Globaal opwarmingspotentieel
"7.3 Koelmiddelleiding
a
kg
b
1
=
kg
c
=
2
d
kg
2
=
=
e
tCO
eq
2
-equivalent.
2
4
64] voor meer
4
controleren" [
40].
RXTJ-A_RXTA-C_RXTM-A_RXTP-A
R32 Split-reeks
4P728168-1 – 2023.03