Download Print deze pagina

Canon MG6600 Series Online Handleiding pagina 796

Advertenties

Controleer of de status van de radiogolven goed is en pas de
Controle 7
installatieposities aan terwijl u de status van de radiogolven controleert met IJ Network
Tool.
Status draadloos netwerk controleren
Zorg dat een geldig draadloos kanaal wordt gebruikt.
Controle 8
Het draadloze kanaal dat u wilt gebruiken kan beperkt zijn, afhankelijk van de draadloze netwerkapparaten die
geïnstalleerd zijn op deze computer. Raadpleeg de instructiehandleiding die bij de computer of het draadloze
netwerkapparaat is geleverd om een geldig draadloos kanaal op te geven.
Zorg dat het kanaal dat tijdens controle 8 bevestigd is, met de computer
Controle 9
kan communiceren.
Wijzig, wanneer dit niet het geval is, het kanaal voor het toegangspunt.
Zorg dat de firewall van de beveiligingssoftware is uitgeschakeld.
Controle 10
Als de firewallfunctie van de beveiligingssoftware is ingeschakeld, wordt wellicht het bericht weergegeven dat
Canon-software probeert toegang te krijgen tot het netwerk. Als de waarschuwing wordt weergegeven, stelt u
de beveiligingssoftware zo in dat toegang altijd wordt toegestaan.
Als u programma's gebruikt die de netwerkomgeving wijzigen controleert u de instellingen. Sommige
programma's zullen standaard een firewall inschakelen.
Wanneer u een router gebruikt, moet u het apparaat en de computer
Controle 11
aansluiten aan de LAN-zijde (zelfde netwerksegment).
Als het probleem niet is opgelost, voert u de installatie uit met behulp van de Installatie-cd-rom of voert u
de installatie uit volgens de instructies op onze website.
• Voor plaatsing:
Zorg dat zich geen barrières of obstakels tussen het toegangspunt en het apparaat bevinden.
Opmerking
• Wanneer u het apparaat via een installatie zonder kabel met een Windows XP-computer
verbindt:
Volg de hieronder beschreven procedure om de instellingen van het apparaat en de computer te
configureren.
1.
De toegangspuntmodus van het apparaat inschakelen.
2. Klik in het systeemvak van de taakbalk van de computer met de rechtermuisknop op het
pictogram Draadloze netwerkverbinding (Wireless Network Connections) en klik vervolgens
op Beschikbare draadloze netwerken weergeven (View Available Wireless Networks).
3. Selecteer de op het scherm weergegeven netwerknaam en klik vervolgens op Verbinden
(Connect).
Selecteer 'XXXXXX-MGXXXXseries' ('XX' staat voor alfanumerieke tekens) als netwerknaam.
4. Voer de op het scherm weergegeven netwerksleutel in en klik vervolgens op Verbinden
(Connect).
Het serienummer van het apparaat wordt standaard als netwerksleutel gebruikt. Bevestig het
serienummer op de achterzijde van het apparaat.
796

Advertenties

loading