Instellingen wijzigen op het tabblad Draadloze LAN (Wireless LAN)
Instellen (Set)
3.
Klik hierop om het SSID van het toegangspunt in te stellen in SSID op het tabblad Draadloze
LAN (Wireless LAN).
Opmerking
Afhankelijk van de instellingen, wordt het dialoogvenster WEP-details (WEP Details), WPA-
details (WPA Details) of WPA2-details (WPA2 Details) weergegeven als u op de knop
Instellen (Set) klikt. Geef in het dialoogvenster op dat dezelfde coderingsinstellingen
moeten worden gebruikt als zijn ingesteld op het toegangspunt.
Toegangspunten die niet kunnen worden gebruikt door dit apparaat (waaronder die
geconfigureerd voor andere coderingstypen), worden uitgegrijsd weergegeven en kunnen
niet worden geconfigureerd.
Dialoogvenster WEP-details (WEP Details)
Hier kunt u de WEP-instellingen voor de printer opgeven. Als u het wachtwoord (WEP-sleutel) wijzigt,
moet dezelfde wijziging worden aangebracht in het wachtwoord (WEP-sleutel) van het
toegangspunt.
WEP-sleutel (WEP Key)
1.
Voer dezelfde sleutel in als is ingesteld voor het toegangspunt.
Welke tekens en hoeveel tekens u kunt invoeren, is afhankelijk van de sleutellengte en de
sleutelindeling.
Sleutelindeling (Key Format)
Sleutellengte (Key Length)
2.
Selecteer 64-bits (64 bit) of 128-bits (128 bit).
Sleutelindeling (Key Format)
3.
Selecteer ASCII of Hex.
Sleutel-id (Key ID)
4.
Selecteer de sleutel-id (index) die is ingesteld op het toegangspunt.
Verificatie (Authentication)
5.
Selecteer de verificatiemethode om de toegang van de printer tot het toegangspunt te verifiëren.
Normaal gesproken selecteert u Auto. Als u de methode handmatig wilt opgeven selecteer u
Open systeem (Open System) of Gedeelde sleutel (Shared Key) volgens de instellingen van het
toegangspunt.
Belangrijk
Als de printer niet kan communiceren met de computer nadat het coderingstype van de
Sleutellengte (Key Length)
64-bits (64 bit)
ASCII
5 tekens
Hexadecimaal (Hex )
10 tekens
Pagina 1029 van 1084 pagina's
128-bits (128 bit)
13 tekens
26 tekens