Met een meting als hierboven omschreven verkrijgt u de volgende informatie over de isolatie
van de wikkelingen:
● Is de wikkelkopisolatie vervuild met geleidend materiaal?
● Heeft de wikkelkopisolatie vocht opgenomen?
Met deze informatie kunt u beslissen voor inbedrijfstelling van de machine of over eventuele
maatregelen zoals reiniging of drogen van de wikkeling.
● Kan de machine in bedrijf worden genomen?
● Moeten er reinigings- of drogingsmaatregelen worden genomen?
Gedetailleerde informatie over controle van de grenswaarden kunt u hier vinden:
"Isolatieweerstand en polarisatieindex controleren" (Pagina 57)
5.2.3
"Isolatieweerstand en polarisatieindex controleren"
Gevaarlijke spanning aan de klemmen
Bij en onmiddellijk na meting van de isolatieweerstand of van de polarisatie-index (PI) van de
statorwikkeling staat op de klemmen gedeeltelijk gevaarlijk hoge spanning. Bij aanraking kan
dit zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken.
● U dient bij aangesloten netleidingen te waarborgen dat er geen spanning kan worden
● Eerst moet de wikkeling na de meting ontladen worden tot het gevaar is uitgesloten,
Isolatieweerstand meten
1. Lees voor begin van de meting van de isolatieweerstand de bedieningshandleiding van het
2. Sluit de kabeluiteinden van de temperatuursensoren kort voordat u de proefspanning
3. Controleer eerst of er geen netkabels zijn aangesloten.
4. Meet de temperatuur van de wikkeling en de isolatieweerstand van de wikkeling tegen de
5. Lees de isolatieweerstand af, 1 minuut na het aanleggen van de meetspanning.
SIMOTICS FD 1LH1
Bedieningshandleiding 01/2019
WAARSCHUWING
aangelegd.
bijvoorbeeld met de volgende maatregelen:
– Verbind de aansluitklemmen met het aardpotentiaal, totdat de na-ijlspanning tot een
ongevaarlijke waarde is gedaald.
– Klem de aansluitkabel vast.
gebruikte isolatiemeetinstrument.
toevoert. De toevoer van proefspanning aan slechts één aansluitklem van de
temperatuursensor leidt tot onherstelbare schade aan de temperatuursensor.
machinebehuizing. De temperatuur van de wikkeling mag bij de meting 40 °C niet
overschrijden. Reken de gemeten waarden van de isolatieweerstand volgens de formule
om naar de referentietemperatuur van 40 °C. Hiermee is een goede vergelijking met de
aangegeven minimale waarden gegarandeerd.
Montage
5.2 Montage voorbereiden
57