Het vervangen van de onderdelen voltooien
Nadat u onderdelen hebt geïnstalleerd of vervangen, brengt u de kap van de computer weer aan en sluit u
de losgekoppelde kabels weer aan. Afhankelijk van de onderdelen die u hebt geïnstalleerd of vervangen, kan
het ook nodig zijn om in het programma Setup Utility te controleren of de bijgewerkte informatie correct is.
Raadpleeg Hoofdstuk 7 "Werken met het programma Setup Utility" op pagina 127.
U kunt als volgt de kap van de computer terugplaatsen en de kabels weer aansluiten:
1. Controleer of alle componenten weer op de juiste manier in de computer zijn teruggeplaatst en of alle
losse schroeven en stukken gereedschap zijn verwijderd. Zie "Componenten" op pagina 13 voor de
plaats van de verschillende componenten in uw computer.
2. Controleer voordat u de computerkap weer aanbrengt of de kabels goed liggen en nergens klem komen
te zitten. Houd de kabels uit de buurt van de scharnieren en de zijkanten van het computerchassis.
3. Druk op het nokje
tot deze vastklikt.
Figuur 120. De houder van het schijfstation omlaag kantelen
4. Breng de frontplaat weer aan.
1
rechts van het schijfcompartiment en draai het schijfcompartiment omlaag
.
Hoofdstuk 5
Hardware installeren en vervangen
115