BEDIENINGSINSTRUCTIES
Algemeen
De schakelhendel moet in de PARKEERstand
of in VRIJLOOP staan opdat de motor zou
starten.
OPMERKING: Gemakkelijkheidshalve is er
een ophefmodus voorzien, waarin u de motor
in elke stand van de schakelhendel kunt star-
ten. Houd de remhendel of het rempedaal in-
gedrukt terwijl u op de startknop drukt.
Om de motor te starten zet u de motorstop-
schakelaar op RIJDEN, u steekt de sleutel in
het contactslot en schakelt naar AAN en drukt
vervolgens op de startknop.
Eerste koude start
Steek de sleutel in het contactslot en schakel
naar AAN.
OPMERKING: Vergeet niet de motorstop-
schakelaar op RIJDEN te zetten.
Zet bij koud weer, onder 0°C (32°F), de choke-
hendel in de uiterste stand.
V07I09Z
1. Uiterste chokestand
1
Druk op de startknop en houd hem ingedrukt
tot de motor start.
LET OP: Houd de startknop niet langer dan
30 seconden ingedrukt. Laat een rustperio-
de tussen twee startpogingen zodat de
starter kan afkoelen. Let op dat u de accu
niet ontlaadt.
OPMERKING: Met behulp van de gashendel
kunt u de motor sneller starten. Druk de
gashendel lichtjes in. Als u hem te ver indrukt,
zal het chokesysteem niet werken.
Laat de startknop onmiddellijk los zodra de
motor is gestart.
Zet de chokehendel na enkele seconden van
de uiterste stand naar een gemiddelde stand,
tot u een optimaal motortoerental verkrijgt.
OPMERKING: Door overdreven gebruik van
de choke kan de motor verdrinken en wordt
het starten bemoeilijkt. Raadpleeg de
SPECIALE PROCEDURES als dit gebeurt.
Zet de chokehendel UIT zodra de motor warm
is en los de remmen.
V07I08Z
1. Stand UIT
1
87