5) Schakelhendel
Bevindt zich aan de rechterkant van het
voertuig Een hendel met 5 standen: P, R, N,
H en L.
V07D08Y
Om te schakelen moet u het voertuig hele-
maal stoppen en vervolgens de hendel in de
gewenste stand zetten. Forceer de hendel
niet. Kunt u niet schakelen, geef dan een
beetje gas en laat onmiddellijk weer los,
wacht tot de motor opnieuw stationair draait
en probeer opnieuw.
V07D07Y
SCHAKELPATROON
LET OP: Stop het voertuig altijd helemaal
en druk op de rem voordat u de schakel-
hendel verzet.
64
P: Parkeren
In deze stand wordt de transmissie vergren-
deld om te helpen voorkomen dat het voer-
tuig beweegt. Kies altijd deze stand wanneer
het voertuig niet in gebruik is. In bepaalde
omstandigheden kan het noodzakelijk zijn,
het voertuig heen en weer te schommelen
om de tandwielen in de transmissie te bewe-
gen, zodat de parkeerstand kan worden inge-
steld.
R: Achteruit
In deze stand kan het voertuig achteruit
rijden. De snelheid van het voertuig is
beperkt.
WAARSCHUWING
Voor u het voertuig in achteruit scha-
kelt, moet u nagaan of er geen hinder-
nissen of omstanders achter het voer-
tuig staan. Blijf zitten.
N: Vrijloop
In deze stand wordt de transmissie ontgren-
deld zodat het voertuig manueel kan worden
bewogen.
H: Hoge versnelling
Hiermee wordt het overbrengingsmechanis-
me in een hoge versnelling geschakeld. Dit is
het toerentalbereik voor normaal rijden. In
deze stand kan het voertuig zijn maximum-
snelheid bereiken.
L: Lage versnelling
Hiermee wordt het overbrengingsmechanis-
me in een lage versnelling geschakeld. Dit is
de werkstand. In deze stand kan het voertuig
traag rijden met een maximale tractie en ver-
mogen.
O P M E R K I N G : S c h a k e l n a a r h e t l a g e
toerentalbereik om lasten te trekken of een
steile helling te beklimmen.