2
Sluit de kleine, vierkante stekker aan op de printer.
3
Volg de aanwijzingen op het scherm.
Wat is het verschil tussen infrastructuur- en ad-hocnetwerken?
Er zijn twee soorten draadloze netwerken: infrastructuur en ad-hoc.
In de infrastructuurmodus communiceren alle apparaten op een draadloos netwerk met elkaar via een draadloze router
(draadloos toegangspunt). Apparaten op het draadloze netwerk moeten geldige IP-adressen hebben voor het huidige
netwerk en ze moeten dezelfde SSID en hetzelfde kanaal gebruiken als het draadloze toegangspunt.
In de ad-hocmodus communiceert een computer met een draadloze netwerkadapter rechtstreeks met een printer met
een draadloze afdrukserver. De computer moet een geldig IP-adres hebben voor het huidige netwerk en moet zijn
ingesteld op de ad-hocmodus. De draadloze afdrukserver moet zijn geconfigureerd om dezelfde SSID en hetzelfde
kanaal te gebruiken als de computer.
In de volgende tabel worden de kenmerken en de vereisten van de twee draadloze netwerktypen vergeleken.
Kenmerken
Communicatie
Beveiliging
Bereik
Snelheid
Vereiste voor alle apparaten
Uniek IP-adres voor elk apparaat Ja
Modus ingesteld op
Zelfde SSID
Zelfde kanaal
Het wordt aangeraden een netwerk op te zetten in infrastructuurmodus met de installatie-cd die bij de printer is
geleverd.
Infrastructuur
Via een draadloos toegangspunt
Meer beveiligingsopties
Bepaald door bereik en aantal draadloze
toegangspunten
Meestal sneller
Infrastructuurmodus
Ja, inclusief het draadloze toegangspunt
Ja, inclusief het draadloze toegangspunt
Netwerk
100
Ad-hoc
Rechtstreeks tussen apparaten
WEP-beveiliging of geen beveiliging
Beperkt tot het bereik van individuele
apparaten op het netwerk
Meestal langzamer
Ja
Ad-hocmodus
Ja
Ja