Programmablok-
ken
De volgorde van de spoelblokken staat vast en komt overeen met de
volgorde in het programma-overzicht (zie "Programma-overzicht").
-
Voorspoelen 1
tot
Het voorspoelen dient voor het verwijderen van grove verontreini-
gingen en schuimvormende stoffen.
Reiniging 1
2
-
en
Afhankelijk van het spoelgoed wordt doorgaans gereinigd op tem-
peraturen van 45 °C tot 65 °C. Voor de reiniging moeten geschikte
reinigingsmiddelen worden gebruikt.
-
Tussenspoelen 1
tot
In de tussenspoelstappen worden de proceschemicaliën uit de
vorige spoelblokken weggespoeld en eventueel geneutraliseerd
door dosering van geschikte middelen.
Naspoelen 1
2
-
en
Om afzettingen en corrosie op het spoelgoed te vermijden, moet
voor het naspoelen bij voorkeur gedemineraliseerd water worden
gebruikt (indien aanwezig).
De desinfectie vindt plaats overeenkomstig het A
EN ISO 15883 thermisch bij temperaturen van 80 tot 95 °C en met
geschikte houdtijden.
Drogen
-
Correct drogen vermindert het corrosiegevaar door restvocht op
het spoelgoed.
Met uitzondering van de naspoelmiddeldosering en de droogpara-
meters is de instelling van de programmablokken voorbehouden
aan de Miele Service.
Programma-instellingen
3
4
-concept van
0
103