Beschrijving van het apparaat
12
Bedieningspaneel
a
Toets (Aan/Uit)
De reinigingsautomaat in- en uitschakelen.
b
Toetsen , en
Programmakeuzetoetsen.
De toetsendefinitie is instelbaar.
c
Toets (programmalijst)
Opent een lijst met alle programma's die kunnen worden gekozen.
d
Display
Hier verschijnen meldingen voor de gebruiker en het programma-
verloop.
e
Pijltoetsen en
Navigatie in het display.
f
Toets (afbreken)
Proces in het display afbreken.
Het programma wordt niet afgebroken!
g
Toets (instellingen)
Opent het menu voor de systeeminstellingen.
h
Toets Start/Stop
Voor het starten of afbreken van een programma.
i
Toets (deurontgrendeling)
Voor het ontgrendelen van de deur voor of na een programma.
j
Toets (drogen)
Voor het in- en uitschakelen van de droogfunctie.
k
Toets OK
Voor het bevestigen van een keuze of ingevoerde waarde in het
display
(bevestigen of opslaan).
l
TD-interface
Controle- en overdrachtsbron voor de technici.