3.4
Inbedrijfstelling
3.4.1
Dichtheidscontrole
Spoelen van de installatie
3.5
Verzorging en onderhoud
3.5.1
Reinigen
Gereedschapset inpersaansluiting, PT2
Vóór de ingebruikname moet de installateur een dichtheidscontrole
(belastings- en dichtheidscontrole) uitvoeren.
Deze controle op de voltooide, maar nog niet afgedekte installatie uit‐
voeren.
Aangeleund aan de bepalingen voor drinkwaterinstallaties moeten de
geldende richtlijnen in acht worden genomen, zie
paragraaf: dichtheidscontrole" op pagina 7.
Ook voor niet-drinkwaterinstallaties moet de dichtheidscontrole volgens
deze regels worden uitgevoerd.
Het resultaat documenteren.
Om corrosie te voorkomen, moet de installatie na de
dichtheidscontrole volledig met water gevuld blijven.
Let op de eisen voor het vul- en suppletiewater conform
de geldende richtlijnen, zie
graaf: dichtheidscontrole" op pagina 7.
Na de dichtheidscontrole de installatie overeenkomstig geldende richt‐
lijnen spoelen, zie ook
Ä „Regelgeving uit de paragraaf: dichtheidscon‐
trole" op pagina 7.
Om een duurzame, probleemloze werking te kunnen waarborgen, moet
het gereedschap regelmatig worden gereinigd.
Reinigingsmiddelen
schone katoenen doek
n
Onderhoudsolie (artikel 667 924)
n
Gebruik geen siliconenolie.
Ä „Regelgeving uit de
Ä „Regelgeving uit de para‐
Gebruik
36