Minimumafstanden tussen inpersaansluitingen in de lengte van de buisas
Minimumafstanden tussen inpersaansluitingen dwars op de buisas
Z-maten
Gereedschapset inpersaansluiting, PT2
Maat
in duim
1½
2
2½
3
4
5
6
Als inpersaansluitingen dicht op elkaar moeten worden gemonteerd,
moeten minimum afstanden worden aangehouden. Het aanhouden van
de minimum afstanden maakt het mogelijk het positioneringshulpstuk
correct te gebruiken.
Eerst alle gaten boren en dan de inpersaansluitingen monteren. Anders
kan de spanketting niet correct worden bevestigd.
Om de inpersaansluitingen correct te kunnen monteren,
dient u de genoemde minimum afstanden aan te houden.
Bij gebruik van thermometers e.d. kunnen andere
minimum afstanden vereist zijn. Controleer de minimum
afstanden in elk geval van tevoren.
De minimumafstand N heeft betrekking op de hoek van de inpersaan‐
sluitingen ten opzichte van elkaar. Hoekgegevens worden in de tabel
aangegeven in graden.
Maat
in duim
1½
2
2½
3
4
5
6
De Z-maten vindt u op de overeenkomstige productpagina in de online-
catalogus.
M in mm
70
N in °
Symbool
180°
90°
Gebruik
19