10.3 Olie pijl controleren en bijvullen
Hete oppervlakten.
Aan de motor bevinden zich delen die extreem heet worden, bijvoorbeeld
de uitlaat of de koelribben van de motor.
Wacht ALTIJD tot de motor is afgekoeld voor u werkzaamheden aan de
machine verricht.
Voor de eerste ingebruikname moet U motorolie bijvullen. Foutieve olietoevoeging kan
leiden tot onherstelbare schade aan de motor. In dit geval kunt u bij de verkoper evenals de
fabrikant geen aanspraak maken op garantie.
OLIEHOEVEELHEID: 0,6 liter
OLIESOORT: SAE 10W-30 of 10W-40
Olie niveau pijlen
Controleert U het olie niveau als de motor uitgeschakeld is en loodrecht staat (op de
grond).
• De oliedop/peilstok (9) verwijderen en schoonmaken. De pijlstok bevindt zich links van
de motor.
• Oliepeilstok weer in oliehouder steken, zonder hem vast te draaien, en dan de
oliepeilstok weer eruit nemen om de stand af te lezen.
• Ligt het oliepeil dicht bij of onder de markering L op de oliepeilstok, dan de aanbevolen
olie (zie technische gegevens) tot het niveau H op de oliepeilstok bijvullen. Niet over
vullen!
• Oliedop/ peilstok terugplaatsen en goed vastdraaien.
AANWIJZING
Een lage olie stand kan motorschade veroorzaken. In dit geval zijn de verkoper en fabrikant
niet aansprakelijk voor garantie claims.
Motorolie bijvullen:
Als de oliestand te laag is, de olie langzaam in de motorolievulopening gieten. Niet
over vullen. Motorolie bijvullen tot het zichtbaar in de olie inlaat staat (= onderkant van de
olie-inlaat/ ingang).