5.5
Cascadeopstelling
Meerdere toestellen kunnen in cascade worden opgesteld, zie figuur 3.
B3 heating heeft een systeem met cascade communicatie kabels in het programma waarmee een cascaderegeling
wordt gecreëerd, afhankelijk van de vraag worden er toestellen in- of uitgeschakeld.
Elk toestel is voorzien van een debietregelklep, deze klep zorgt ervoor dat de waterstroom gelijkmatig wordt verdeeld
over de ingeschakelde toestellen. Bij de uitgeschakelde toestellen sluit de debietregelklep zodat hier geen water
doorstroomt.
De tapdrempel van één toestel (1,5 l/min) blijft ook bij een cascadeopstelling van toepassing. De onderlinge
communicatie zorgt verder voor een automatische volgordeomkering waardoor het aantal bedrijfsuren voor alle
toestellen gelijk blijft.
Tot maximaal 24 toestellen kunnen op deze wijze in cascade worden geregeld.
5.6
Opstelling in combinatie met voorraadvat
Figuur 4 toont een opstelling in combinatie met een voorraadvat.
Wordt het toestel in combinatie met een voorraadvat opgesteld dan MOET een inlaatcombinatie in de
koudwatertoevoerleiding worden aangebracht. Het overstortventiel van deze combinatie zorgt ervoor, dat de hoogst
toelaatbare waterdruk van 8 bar niet wordt overschreden. De afvoer van de inlaatcombinatie dient via een open
trechterverbinding aangesloten te worden op de riolering. Deze overstortleiding mag niet kunnen bevriezen.
B3 heating heeft pompsets met de geschikte oplaadpomp en benodigde appendages in het programma. Voor
aansturing van de oplaadpomp heeft B3 heating een pompschakeling in het programma. De pompschakeling zorgt
voor een volledige opwarming van het vat en beperkt de start- en stopverliezen van het doorstroomtoestel wat een
gunstig effect heeft op het gebruiksrendement.
Is er een circulatieleiding aanwezig dan mag het debiet in de circulatieleiding mag niet hoger zijn dan dat van de
oplaadpomp.
figuur 3
7