5.7
Waterkwaliteit
De waterkwaliteit dient te voldoen aan de eisen van het waterleidingbesluit en aanbevelingen van de VEWIN.
Bij intensief gebruik van het toestel in combinatie met een hoge warmwatertemperatuur en hard water kan zich binnen
de warmtewisselaar snel kalkafzetting vormen, frequent ontkalken zal dan het gevolg zijn. Indien het ontkalken niet
tijdig wordt uitgevoerd kan onherstelbare schade aan de warmtewisselaar ontstaan. Schade als gevolg van
kalkafzetting valt niet onder de garantie. Om hoge onderhoudskosten te vermijden en een betrouwbare werking te
garanderen, zal in dergelijke omstandigheden waterbehandeling (ontharding) noodzakelijk zijn.
De mate van kalkafzetting is afhankelijk van meerdere factoren en niet alleen te voorspellen aan de hand van de
hardheid in Duitse graden. Als leidraad gelden de volgende grenswaarden:
Hardheid
Verzadigingsindex / (SI saturatie-index) :
Totaal opgeloste stoffen (TDS)
pH-waarde
Wordt het toestel gevoed met water met een hardheid minder dan 4dH, dan is een minimale pH waarde van 7 vereist,
raadpleeg B3 heating voor meer informatie.
Overige grenswaarden:
Chloride < 250 mg/l
Natrium < 150 mg/l
IJzer < 1 mg/l
figuur 4
:
ingestelde
watertemperatuur
≤ 65°C
75°C
85°C
maximaal 0,30
:
maximaal 450 mg/l
:
minimaal 6,5 en maximaal 8,0
8
TACC90
maximale
(Theoretisch Afzetbaar
hardheid
CalciumCarbonaat bij 90°C)
10°dH
< 0,40 mmol/l
6°dH
< 0,30 mmol/l
4°dH
< 0,15 mmol/l