1 WERKING Warmtewisselaar en brander De brander is onder de koperen warmtewisselaar gemonteerd. Het brandervermogen wordt geregeld door een combinatie van een 3 traps regeling en modulatie. Met behulp van magneetkleppen kunnen delen van het branderbed stapsgewijs worden uitgeschakeld, op het ingeschakelde deel wordt gemoduleerd. Regeling De debietsensor (1) signaleert of er water door het toestel stroomt.
3 DIP SCHAKELAARS Op de besturingsprint bevinden zich twee series DIP schakelaars. De positie van de DIP schakelaars is o.a. afhankelijk van de rookgasafvoerlengte, gassoort, en de gewenste (maximum) temperatuur. Rookgasafvoerlengte Bij een weerstandslengte van minder dan 7 meter moet DIP schakelaar 1 van de bovenste serie schakelaars (SW1) worden omgezet.
Pagina 6
Overschrijding setpoint DIP schakelaar 6 van de bovenste serie schakelaars (SW1) verlegt maximaal toegestane overschrijding van het setpoint voordat de brander wordt uitgeschakeld. Standaard is dit +3°C, wordt DIP schakelaar 6 in positie "ON" gezet dan is dit +6°C. Deze instelling kan worden gebruikt bij een circulatieleiding met lage doorstroming en een te lage retourtemperatuur.
4 INSTELLEN BRANDERDRUK Controleer eerst of DIP schakelaars 1 en 2 van de onderste serie schakelaars (SW2) op de juiste gassoort staan afgesteld, zie hoofdstuk 3. Verwijder de schroef van de drukmeetnippel en sluit hierop een manometer aan. De branderdruk wordt gecontroleerd op laaglast en op vollast. Met behulp van DIP schakelaars 7 en 8 van de bovenste serie schakelaars (SW1) kan het toestel geforceerd laag of hoog branden.
7 STORINGSMELDINGEN In geval zich een storing voordoet en er is een afstandsbediening aangesloten dan verschijnt in het display van de afstandsbediening een knipperend code, onderstaande tabel geeft de betekenis van de verschillende codes. De storingscode wordt opgeheven als de doorstroming door het toestel stopt, sluit daartoe de warmwaterkranen en schakel een eventueel aanwezige circulatiepomp uit.
8 ONDERDELEN VERVANGEN Voordat met het vervangen van onderdelen wordt begonnen moet de gaskraan voor het toestel worden gesloten en moet de spanning worden uitgeschakeld. De werkzaamheden mogen alleen door een daartoe erkend installatiebedrijf worden uitgevoerd. Waterfilter ..................................10 Ventilator ..................................
Waterfilter 1. Het waterfilter bevindt zich koudwateraansluiting onder het toestel. 2. Sluit het water af en open de aftap in de warmwateraansluiting. 3. Draai de schroefdop los en trek deze uit de aansluiting, het filter komt samen met de schroefdop uit de aansluiting. Ventilator 1.
Gasverdeelstuk 1. Neem de ontstekings- en ionisatiekabels los van de elektrodes. 2. Neem connector gasverdeelstuk. 3. Verwijder het gasverdeelstuk (6 x schroef B, 3 x schroef C). 4. Monteer alles weer in omgekeerde volgorde. Let er op dat bij montage de O-ringen tussen het gasverdeelstuk en het gasblok wordt geplaatst.
Bypassklep 1. Verwijder de ventilator (par. 8.2). 2. Sluit het water af en open de aftap in de warmwateraansluiting. 3. Verwijder het waterfilter (par. 8.1) en vang het water op wat nu uit het toestel loopt. 4. Verwijder de beide klembeugels (schroeven A). 5.
Debietregelklep + debietsensor 1. Verwijder de bypassklep (par. 8.5). 2. Verwijder schroeven koudwateraansluiting aan de onderzijde van het toestel. 3. Verwijder de debietregelklep + debietsensor en neem de beide connectoren los. Ontstekingstrafo 1. Verwijder het gasverdeelstuk (par 8.3). 2. Verwijder schroef A, haal de ontstekingstrafo naar voren en neem de connector los.
Gasblok 1. Verwijder het gasverdeelstuk (par 8.3). 2. Neem de connector A los. 3. Neem de compensatieslang B los. 4. Verwijder schroeven gasaansluiting aan de onderzijde van het toestel. 5. Verwijder het gasblok en neem connectors D, E en F los.
Watertemperatuursensor 1. De sensor bevindt zich direct in het water, sluit het water af en open de aftap in de warmwateraansluiting. 2. Verwijder de schroef (A) die de sensor tegen houdt en trek de sensor voorzichtig uit de warmwateraansluiting. 8.10 Warmtewisselaarsensor 1.
8.11 Luchttemperatuursensor 1. Verwijder de ventilator (par. 8.2). 2. Verwijder schroef A en verwijder de sensor. 8.12 Overspanningsbeveiliging 1. Neem de connectoren (A en B) los van de overspanningsbeveiliging. 2. Haal de aardedraad los (schroef C). 3. Verwijder overspanningsbeveiliging (schroeven D).
8.13 Besturingsprint 1. Neem de connectoren (A en B) los van de overspanningsbeveiliging. 2. Haal de aardedraad los (schroef C). 3. Verwijder de 2 schroeven (D) waarmee de besturingsprint is gemonteerd. 4. Haal de besturingsprint naar voren en neem de connectoren (8 x) los, de connectoren passen slechts op 1 positie en kunnen bij terug plaatsen niet onderling verwisseld worden.