5.13
Cascade communicatie kabels
Met behulp van cascade communicatie kabels kunnen tot maximaal 24 toestellen in cascade worden geregeld.
Per toestel is één cascade communicatie kabel type REU-CSA-C1 nodig, met de kabel worden twee jumpers
meegeleverd.
1. Schakel de elektrische voeding uit.
2. Verwijder het frontpaneel (zie § 8.1).
3. Voer één uiteinde van de cascadekabel door de
kabeldoorvoer aan de onderzijde van het eerste
toestel, zie figuur 10.
4. Verbind de stekker van de cascadekabel met de
connector "Cascade OUT" op de besturingsprint
(rechtsonder in het toestel), zie figuur 12.
5. Voer het andere uiteinde van de cascadekabel
door de kabeldoorvoer van het tweede toestel en
verbind dit met de connector "Cascade IN" op de
besturingsprint.
6. Herhaal stappen 4 en 5 voor elk volgend toestel in
het systeem, zie figuur 13.
7. Plaats de jumpers in de open gebleven connectors
"Cascade IN" van het eerste toestel en "Cascade
OUT" van het laatste toestel.
8. Programmeer parameters 07 en 08 in het
inbedrijfstellingsmenu (zie § 6.3).
figuur 13
15
figuur 12