DE UITGEKLAPTE ROEITRAINER VERPLAATSEN
Ga achter de
roeitrainer staan
en til de Rail
(I) op totdat de
roeitrainer op
de wielen rolt.
Verplaats de
roeitrainer dan
voorzichtig naar
de gewenste plek
en laat de Rail op
de vloer zakken.
Houd het bedieningspaneel niet vast en trek er ook
niet aan als de roeitrainer wordt verplaatst.
DE INGEKLAPTE ROEITRAINER VERPLAATSEN
Zie DE ROEITRAINER INKLAPPEN EN OPBERGEN
op bladzijde 12 en klap de roeitrainer in. Houd dan
de Onderstelhendel (J) vast, plaats uw voet op een
Stabilisatorvoet (Q) en kantel de roeitrainer totdat
deze op de wielen rolt. Verplaats de roeitrainer voor-
zichtig naar de gewenste plek en kantel deze dan in
de opbergstand. Houd het bedieningspaneel niet
vast en trek er ook niet aan als de roeitrainer wordt
verplaatst.
Q
I
J
ROEIEN MET DE ROEITRAINER
Ga op de zitting zitten, plaats uw voeten op de
voetsteunen en stel de riemen bij, zodat deze om uw
voeten passen. Houd dan de roeistang met een over-
handse greep vast.
De juiste manier van roeien bestaat uit drie fases:
1. De eerste fase is de GREEP. Schuif de zitting
naar voren, totdat uw knieën uw bovenlichaam
bijna raken. Trek de roeistang naar u toe tot uw
handen zich boven uw voeten bevinden.
2. De tweede fase is de AANDRIJVING. Duw met
uw benen naar achteren. Leun vanuit uw heupen
(niet vanuit de taille) lichtjes naar achteren terwijl
u uw rug recht houdt. Trek de roeistang naar uw
bovenlichaam toe terwijl u uw benen strekt. Houd
uw ellebogen naar buiten.
3. De derde fase is de FINISH. Uw benen moeten
bijna gestrekt zijn. Trek de roeistang verder naar u
toe tot uw handen op gelijke hoogte van uw borst-
kas zijn.
Strek uw armen na de FINISH-fase naar voren en trek
de zitting met uw benen naar voren. Herhaal de drie
fasen in een soepele, vloeiende beweging. Vergeet
niet om tijdens het roeien normaal te ademen. Houd
uw adem nooit in.
13