Oliepeil controleren
1. Parkeer de machine op een horizontaal vlak, laat de
armen van de lader neer en zet de motor af.
2. Verwijder het sleuteltje en laat de motor afkoelen.
3. Maak de omgeving van de oliepeilstok schoon (Fig. 6).
4. Trek de peilstok uit en veeg het metalen deel met een
doek schoon (Fig. 6).
5. Schuif de peilstok helemaal in de buis (Fig. 6).
6. Trek de peilstok uit en controleer het oliepeil op het
metalen deel.
7. Als het oliepeil te laag is, reinigt u de omgeving van
de vulbuis en verwijdert u de dop (Fig. 6).
8. Giet langzaam voldoende in het klepdeksel totdat de
peil de (F) VOL-markering bereikt.
Belangrijk
Het carter nooit te vol vullen met olie;
hierdoor kan de motor worden beschadigd.
9. Plaats de dop van de vulbuis en de peilstok terug.
1
2
3
m–3873
Figuur 6
1. Oliepeilstok
2. Dop van vulbuis
Vuil verwijderen van de machine
Belangrijk
Als u de motor gebruikt met een verstopt
grasscherm, vuile of verstopte koelribben, en /of
verwijderde koelschermen, zal dit leiden tot beschadiging
van de motor als gevolg van oververhitting.
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, hef
de armen van de lader op en vergrendel de cilinder; zie
Vergrendelingen van de cilinder gebruiken, blz. 21.
2. Zet de motor af en verwijder het sleuteltje uit het
contact.
3. Verwijder de motorkap, zie Motorkap verwijderen,
blz. 25.
4. Veeg rommel weg vóór en/of tijdens gebruik, als dit
nodig is.
4
m–3219
3. Klepdeksel
4. Metalen deel
5. Reinig het luchtfilter vóór en/of tijdens het gebruik, als
dit nodig is.
6. Verwijder voor elk gebruik aangekoekte rommel op de
motor met een borstel of een blazer.
Belangrijk
Bij voorkeur vuil uitblazen in plaats van
uitspoelen. Als u water gebruikt, moet u ervoor zorgen dat
dit niet terecht komt op elektrische apparatuur en de
hydraulische kleppen. Gebruik hiervoor nooit een
hogedrukreiniger. Als u de machine schoon spuit met een
hogedrukreiniger, kunnen het elektrische systeem en de
hydraulische kleppen schade oplopen of smeervet worden
weggespoeld.
7. Plaats de motorkap; zie Motorkap plaatsen, blz. 25.
8. Verwijder de vergrendelingen van de cilinder, berg deze
op (zie Vergrendelingen van de cilinder gebruiken,
blz. 21), en laat de armen van de lader neer.
Hydraulische vloeistof
controleren
Controleer het peil van de hydraulische vloeistof voordat
de motor voor het eerst wordt gestart en daarna om de 25
bedrijfsuren.
Inhoud van hydraulische tank: 67 liter
Hydraulische vloeistof: 10W-30 of 15W-40 reinigingsolie
voor dieselmotoren (API-klasse CH-4 of hoger).
1. Verwijder het werktuig, als dit is gemonteerd; zie Een
werktuig verwijderen, blz. 23.
2. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, hef
de armen van de lader op en vergrendel de cilinder; zie
Vergrendelingen van de cilinder gebruiken, blz. 21.
3. Zet de motor af en verwijder het sleuteltje uit het
contact.
4. Verwijder de motorkap, zie Motorkap verwijderen,
blz. 25.
5. Reinig de omgeving van de vulbuis van de
hydraulische tank (Fig. 7).
6. Verwijder de dop van de vulbuis en controleer het
vloeistofpeil op de peilstok (Fig. 7).
1. Dop van vulbuis
15
1
2
m–4392
Figuur 7
2. Peilstok