1. Productbeschrijving
1. Een afscheidingsinstallatie* voor lichte minerale vloeistoffen
bestaat in principe uit (in onderstaande volgorde):
één of meerdere afvoerpunten zonder waterslot;
n
n
een slibvangput met voldoende inhoud;
een olieafscheider met voldoende capaciteit;
n
een eventuele na zuivering;
n
n
een monsternameput achter
de olieafscheider;
n
een alarminstallatie.
n
* De gehele installatie moet voldoen aan de eisen gesteld
in de NEN-EN 858 voor olieafscheiders en slibvangputten.
2. Plaatsingstips
1. Vermijd pompinstallaties in de aanvoerleiding van de
afscheidingsinstallatie, omdat deze de werking van de
installatie ongunstig beïnvloeden.
2. Het verdient aanbeveling om uitsluitend het met lichte
minerale vloeistof verontreinigde afvalwater via de afscheider-
installatie af te voeren. Schoon regenwater van bijvoorbeeld
daken en aangrenzende terreinen zoveel mogelijk separaat
afvoeren.
3. Hanteer een minimale afstand van 600 mm maar liever
800-1000 mm vanaf een aansluiting om de afscheider en
bijbehorende leidingwerk goed te kunnen aansluiten.
Tevens kan een kortere afstand er voorzorgen dat door
eventuele zuiging de vlotter van de afscheider naar beneden
gezogen kan worden, waardoor de afscheider afsluit.
4. Let er! op dat in de aanvoerleiding nooit een "luchtbel"
ingesloten kan worden. Deze luchtbel zou brandbare gassen
kunnen gaan bevatten en/of de hydraulische toevoer-
capaciteit van de leiding beperken.
5. Voor geïntegreerde afscheiders (olieafscheider en slibvangput
in één bekken) gelden dezelfde voorschriften als voor de
afscheiders zonder slibvangcapaciteit.
6. Let erop dat bij het hijsen van betonnen bekkens de
hijskettingen boven de put elk minimaal 3 meter lang zijn.
afvoerpunten
Vuilvanger
(zonder waterslot)
Het is beslist niet toegestaan afvoerleidingen
van toiletten en huishoudelijk afvalwater op
de afscheidingsinstallatie aan te sluiten.
monstername put
alarm
olieafscheider met
geintergreerde slibvang
ACO Passavant
3