Inhoudsopgave
Advertenties
ACO Passavant
6. Onderhoud
6.1
Voor het beheren, het ledigen en het reinigen van de
olie-afscheiderinstallatie, evenals voor het verwijderen van
de afgescheiden stoffen, dienen de bepalingen volgens de
geldende wetgeving in acht te worden genomen.
inlaat
1
Coalescentiefilter om grofvuilfilter
2
Vlotter
3
Afscheiderruimte lichte stoffen
4
Afscheiderruimte zware stoffen
10
5
Slibvangruimte (max. 50% vol)
6.2
Voordat de olieafscheiderinstallatie in bedrijf wordt gesteld,
maar ook na iedere lediging of reiniging dient te worden
gecontroleerd of deze is gevuld met schoon water en of de
vlotter juist is geplaatst. Indien dit niet het geval is dient
te worden gehandeld als vermeld in punt 6.12 van de
plaatsingsvoorschriften.
6.3
Onderhoud aan het systeem moet, volgens de NEN
EN 858-2, tenminste 1 keer per 6 maanden uitgevoerd
worden door vakkundig en bevoegd personeel. Na
ingebruikname van nieuwe installaties adviseren wij
een inspectie al na enkele maanden uit te voeren, dit
omdat omgevingsomstandigheden een aangepast
onderhoudsinterval kunnen vereisen.
vlotterstand na installatie / reiniging,
nulwaterlijn, uitlaat open.
vlotterstand bij een laagolie (<80%),
nulwaterlijn, uitlaat open.
vlotterstand bij maximale laagolie
(=>80%), nulwaterlijn, uitlaat dicht
1
uitlaat
3
2
4
5
Het onderhoud moet worden uitgevoerd voor de
volgende onderdelen:
de bepaling van het slibvolume;
n
de meting van de olielaag dikte;
n
n
controle functionering vlotter;
controle toestand/functie van het coalescentiefilter
n
(indien aanwezig);
n
controle van het alarmsysteem;
6.4 Olie en slib moeten, indien de maximale hoeveelheid
is overschreden, verwijderd worden. Als olie en slib is
verwijderd, moet de afscheider gevuld worden met
schoon water.
Let op, na het vullen met schoon water altijd
controleren of de vlotter niet vastgezogen zit
en losgetrokken moet worden.
Ledigen van de installatie wordt aanbevolen zodra de
helft van het slibvolume in het slibvanggedeelte is gevuld
of 80% van het olie opvangvolume van de afscheider
is bereikt. Naar gelang de uitkomsten van het reguliere
halfjaarlijkse onderhoud van de olieafscheider zoals dat in
de NEN-EN 858-1 en 2 is omschreven, zal de afscheider
geleegd dienen te worden.
6.5 De resistente coating dient na iedere lediging en
reiniging, doch minimaal 1 keer per 6 maanden te
worden gecontroleerd en zonodig te worden bijgewerkt
volgens onze voorschriften.
6.6 Eens per 5 jaar moet de afscheider, ook volgens de
NEN-EN 858-2 ongeacht de toestand geledigd en aan
een algemene controle onderworpen worden.
Deze controle omvat de volgende onderdelen:
n
systeemdichtheid van het systeem;
controle van de constructie;
n
controle van aangebrachte, coatings/lining;
n
n
het functioneren van de vlotter, het coalescentiefilter
(indien aanwezig);
het functioneren van het alarm;
n
controle op bijvoorbeeld drijvende bestanddelen.
n
Advertenties
Inhoudsopgave
