1
uitsparingen (2)
3
inkeping
LET OP:
Druk de geheugenmodule met gelijkmatige druk aan de uiteinden recht naar beneden in de aansluiting om schade aan de module te
voorkomen.
8. Druk de module in de aansluiting totdat deze op zijn plaats klikt.
Wanneer u de geheugenmodule juist plaatst, klikken de borgklemmen in de uitsparingen aan de uiteinden van de module.
9. Plaats de computerkap terug (zie
10. Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet deze vervolgens aan.
11. Druk op <F1> om verder te gaan als de melding dat de geheugencapaciteit is gewijzigd, wordt weergegeven.
12. Meld u aan bij de computer.
13. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Deze computer op uw Microsoft
14. Klik op het tabblad Algemeen.
15. Controleer de hoeveelheid weergegeven geheugen (RAM), om te verifiëren of het geheugen juist is geïnstalleerd.
Terug naar inhoudsopgave
2
geheugenmodule
4
lipje
De computerkap
terugplaatsen).
®
®
Windows
-bureaublad en klik op Eigenschappen.