Terug naar inhoudsopgave
Geheugenmodules vervangen
Onderhoudshandleiding Dell Studio™ Slim 540s
WAARSCHUWING:
Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer zijn geleverd alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert.
Raadpleeg voor meer informatie over beste praktijken op het gebied van veiligheid onze website over de naleving van wet-en regelgeving op
www.dell.com/regulatory_compliance.
1. Volg de procedures in
Voordat u
2. Verwijder de computerkap (zie
3. Zoek naar de geheugenmodules op het moederbord (zie
4. Druk de borgklemmen aan de uiteinden van de geheugenmoduleaansluiting naar buiten.
1
bevestigingsklem
2
aansluiting voor geheugenmodule
5. Pak de geheugenmodule vast en trek deze omhoog.
Indien de module moeilijk is te verwijderen, dient u deze voorzichtig heen en weer te bewegen om deze van de aansluiting los te maken.
LET OP:
Installeer geen ECC-geheugenmodules.
LET OP:
Als u de oorspronkelijke geheugenmodule(s) uit de computer verwijdert tijdens een geheugenupgrade, dient u deze apart te houden van
eventuele nieuwe geheugenmodules die u mogelijk bezit, zelfs als u de nieuwe module(s) van Dell™ hebt gekocht. Combineer een oorspronkelijke
geheugenmodule, indien mogelijk, niet met een nieuwe geheugenmodule. Doet u dit wel, dan loopt u het risico dat de computer niet naar behoren
opstart. De aanbevolen geheugenconfiguraties zijn:
Een paar geheugenmodules van overeenkomstige geheugengrootte, geïnstalleerd in DIMM-aansluitingen 0 en 1 of
Een paar geheugenmodules van overeenkomstige geheugengrootte, geïnstalleerd in DIMM-aansluitingen 1 en 2, en een ander paar van
overeenkomstige geheugengrootte, geïnstalleerd in DIMM-aansluitingen 3 en 4.
OPMERKING:
Als u gemengde paren van geheugenmodules PC2-5300 (DDR2 667-MHz) en PC2-6400 (DDR2 800-MHz) installeert, zullen de modules
functioneren op de snelheid van de geheugenmodule met de laagste prestatie.
6. Zorg ervoor dat u één enkele geheugenmodule installeert in DIMM- aansluiting 1, de aansluiting die zich het dichtst bij de processor bevindt, voordat u
modules in andere aansluitingen installeert.
1 Paar A: een overeenkomstig paar geheugenmodules
in aansluitingen DIMM_1 en DIMM_2
7. Lijn de inkeping aan de onderkant van de geheugenmodule uit met het lipje in de aansluiting.
begint.
De computerkap
terugplaatsen).
Onderdelen van het
2 Paar B: een overeenkomstig paar geheugenmodules
in aansluitingen DIMM_3 en DIMM_4
moederbord).