Stappen
1. Verwijder de twee schroeven (M2x4) waarmee de beugel van de beeldschermkabel aan de systeemkaart wordt bevestigd.
2. Til de bracket van de beeldschermkabel weg van de systeemkaart.
3. Duw de camerakabel en de beeldschermkabel weg van de systeemkaart om de kabels los te koppelen van de systeemkaart.
4. Koppel de camerakabel en de beeldschermkabel los van de systeemkaart.
5. Verwijder de drie schroeven (M2.5x6) waarmee het linkerbeeldschermscharnier aan de polssteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd.
6. Verwijder de drie schroeven (M2.5x6) waarmee het rechterbeeldschermscharnier aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt
bevestigd.
7. Til de linker- en rechterbeeldschermscharnieren weg van de palmsteun- en toetsenbordeenheid.
8. Verwijder de palmsteun- en toetsenbordeenheid van de beeldschermeenheid.
9. Nadat u alle bovenstaande stappen hebt uitgevoerd, blijft de beeldschermeenheid over.
De beeldschermeenheid plaatsen
Vereisten
Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Over deze taak
De volgende afbeeldingen geven de locatie van de beeldschermkabel en de beeldschermscharnieren aan en bieden een visuele weergave
van de installatieprocedure.
Onderdelen verwijderen en plaatsen
41