7.3 Bediening van op het platform
★ Draai de sleutelschakelaar naar de stand voor bediening op het platform.
★ Trek de noodstopschakelaar op de grond en het platform uit naar de AAN-stand.
★ Bedieners moeten worden uitgerust met veiligheidsgordels zoals vereist en vastgemaakt aan de
veiligheidsgordels op het platform.
Omhoog en omlaag bewegen
1、 Druk op de knop omhoog/omlaag, de knop licht op.
2、 Houd de inschakelknop op de bedieningshendel ingedrukt.
3、 Trek aan de hendel volgens het teken omhoog/omlaag op het
bedieningspaneel.
Besturing
1、 Druk op de rijknop, de knop licht op.
2、 Druk op de inschakelknop op de bedieningshendel.
3 、 Draai het stuurwiel met de duimschakelaar bovenaan de bedieningshendel.
OPMERKING
Gebruik de richtingspijl met kleurcodering op de bedieningshendel van het
platform om de draairichting van het wiel te bepalen.
Rijden
1、 Druk op de rijknop, de knop licht op.
2、 Druk op de inschakelknop op de bedieningshendel.
3、 Snelheid verhogen: Trek de hendel langzaam uit het midden.
4 、 Verlaag de snelheid: laat de bedieningshendel langzaam los zodat die naar naar de middelste
stand terugkeert.
5 、 Stoppen: Zet de bedieningshendel terug in de middelste stand of laat de activeringsknop los.
Gebruik de richtingspijl met kleurcodering op de bedieningshendel van het platform om de richting van
de machine te bepalen.
Zodra het platform twee meter hoog is opgetild, wordt de bewegingssnelheid van de machine beperkt.
OPMERKING
De staat van de batterij heeft invloed op de prestaties van de machine. Wanneer
het weergavescherm van het platform aangeeft dat het vermogen laag is, neemt de rijsnelheid en
hefsnelheid van de machine af.
37