7 Gebruiksinstructies
Fundamenteel principe
★ Het hoofdstuk met bedieningsinstructies bevat specifieke instructies voor alle aspecten van de
bediening van de machine. Het is de verantwoordelijkheid van de bediener om alle veiligheidsregels
en instructies in de bedieningshandleiding op te volgen.
★ Het is niet veilig of zelfs gevaarlijk om de machine voor andere doeleinden te gebruiken dan voor
het verplaatsen van personeel en gereedschap naar de werkplaats in de hoogte. Alleen opgeleid en
geautoriseerd personeel mag de machine bedienen.
★ Als meer dan één bediener de machine tijdens verschillende werktijden moeten gebruiken, moeten
ze gekwalificeerde bedieners zijn en alle veiligheidsregels en richtlijnen in de bedieningshandleiding
volgen. Dit betekent dat elke nieuwe bediener de werkplek moet inspecteren en de werkingstest vóór
gebruik moet uitvoeren voordat hij de machine gebruikt.
7.1 Bediening in noodsituaties
Noodstop
★ Druk de rode noodstopschakelaar van het bedieningspaneel op de grond of de bedieningshendel
op het platform naar binnen in de UIT-stand en alle functies stoppen.
★ Om een bedieningsfunctie te herstellen, trekt u de noodstopschakelaar uit en zet u die in de AAN-
stand, begin pas te werken nadat de aan/uit-schakelaar in de AAN-stand staat
Daling in noodgeval
★ Trek de hendel om te dalen in noodgeval uit
Remvrijgave
★ Druk op de zwarte omkeerklep.
★ Duw herhaaldelijk op de rode handpomp om de rem te verwijderen.
7.2 Bediening van op de grond
★ Draai de sleutelschakelaar naar de stand bediening van op de grond
★ Trek de rode noodstopschakelaar uit naar de AAN-stand
Omhoog en omlaag bewegen
Druk op de knop omhoog/omlaag volgens het teken op het bedieningspaneel.
OPMERKING
De rijfunctie is niet beschikbaar via het bedieningspaneel op de grond.
36