Testen op een andere plaats (AST) - Handpalm
WAARSCHUWING
• Vraag uw medische zorgverlener of testen op een
andere plaats geschikt voor u is.
• Kalibreer een continue bloedglucosemeter niet op
basis van een AST-resultaat.
• Bereken geen insulinedosis op basis van een
AST-resultaat.
BELANGRIJK:
Gebruik voor testen op een andere plaats de
doorzichtige punctiedop. Uw C
gebruikt voor vingertop- of handpalmtests. Zie de bijsluiter van
het prikapparaat voor gedetailleerde instructies voor Testen op
een andere plaats.
BELANGRIJK:
Gebruik AST niet onder de volgende omstandig-
heden:
• Als u denkt dat uw bloedglucose laag is
• Als uw bloedglucose snel verandert (na een maaltijd, een
dosis insuline of lichaamsbeweging)
• Als u niet in staat bent symptomen van een lage
bloedglucose te voelen (hypo-ongevoeligheid)
• Als u bloedglucoseresultaten verkrijgt die niet
overeenkomen met hoe u zich voelt
• Tijdens ziekte of perioden van spanning
• Als u auto gaat rijden of een machine gaat bedienen
Resultaten op een andere plaats kunnen verschillen van de vin-
gertopresultaten als de glucosewaarden snel veranderen (bijv. na
een maaltijd, na het nemen van insuline of tijdens en na lichaams-
beweging). Bovendien is het mogelijk dat glucosewaarden niet zo
hoog stijgen of zo laag dalen als de waarden in de vingertop. Hier-
door kunnen de resultaten van vingertoptests hypoglykemische
waarden sneller vaststellen dan resultaten op andere plaatsen.
Testen op andere plaatsen wordt alleen aanbevolen als het meer dan
2 uur na een maaltijd, diabetesmedicatie of lichaamsbeweging is.
16
n
meter kan worden
®
ontour
ext
Voor meer informatie over Testen op een andere plaats of als
u een AST punctiedop wilt ontvangen in uw land, belt u de
Klantenservice. Zie het achterblad voor contactgegevens.
Verkrijgen van een bloeddruppel voor Testen op
een andere plaats
De afbeeldingen van het prikapparaat dienen uitsluitend
ter illustratie.
1. Was uw handen en de
prikplaats met zeep en
warm water. Afspoelen
en goed drogen.
2. Bevestig de doorzichtige
AST punctiedop
op het bij uw kit
geleverde prikapparaat.
Raadpleeg de bijsluiter
van het prikapparaat
voor gedetailleerde
instructies.
3. Kies een vlezig gedeelte
van uw handpalm als
prikplaats. Probeer een
plek te kiezen waar geen
aderen, moedervlekken,
bot of pezen zitten.
4. Druk het prikapparaat
stevig tegen de
prikplaats en druk
vervolgens op de
vrijgaveknop.
17